De voorzitter van het collectief kondigde aan dat "het geen twijfel lijdt dat de praktijken [in het proces] de misdaad van de vrouwelijke genitale verminking integreren" en herinnerde eraan dat deze praktijk "een flagrante schending van de mensenrechten" is.

De rechter wees ook op de "hoge illegaliteit, ze is een moeder die haar eigen dochter aanvalt", de "voorbedachte rade" van een georganiseerde reis naar Guinee en het falen van de "zorgplichten" voor de dochter.

De rechtbank oordeelde ook dat, gezien het feit dat "ze geen spijt heeft getoond", het de mogelijkheid van herhaling in de toekomst aan de orde stelde.

Dit was het eerste proces voor een misdrijf van genitale verminking van vrouwen in Portugal, waar de praktijk sinds 2015 als een misdrijf wordt beschouwd.

Rugui Djaló, een Guinese burger die in Portugal woont, wordt ervan beschuldigd dat haar dochter, Maimuna, tijdens een verblijf van drie maanden in Guinee-Bissau in 2019 aan de praktijk heeft onderworpen.

Guinee-Bissau - waar genitale verminking van vrouwen sinds 2011 strafbaar is - is het enige Portugeestalige land dat op internationale lijsten van de praktijk staat, en naar schatting is de helft van de vrouwen in Guinee-Bissau het slachtoffer van dit misdrijf.