In het verzoek aan het Grondwettelijk Hof wijst het staatshoofd ook op "de totale afwezigheid van onderbouwing van wat een definitieve verwonding van extreme ernst is", en vraagt hij de rechters om de overeenstemming van artikel 2 en, bijgevolg, van de artikelen 4. º, 5º, 7º en 27º van deze wet met de Grondwet van de Portugese Republiek te beoordelen.

"Het doel van dit verzoek aan het Constitutionele Hof is in ieder geval niet de vraag of euthanasie, als concept, al dan niet in overeenstemming is met de Grondwet, maar veeleer de vraag of de concrete regeling van medisch begeleide dood die door de wetgever in dit decreet wordt gehanteerd, in overeenstemming is met de Grondwet, in een aangelegenheid die de kern van de rechten, vrijheden en garanties van de burgers vormt, aangezien het gaat om het recht op leven en de vrijheid van beperking daarvan, binnen een kader van menselijke waardigheid", bevestigt Marcelo Rebelo de Sousa.

Artikel 2 van de wet die op 29 januari in de Assemblee van de Republiek is goedgekeurd, bepaalt dat het "anticiperen op de medisch ondersteunde dood" niet langer strafbaar is, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: "Bij beslissing van de persoon, ouder dan 18 jaar, wiens wil actueel wordt herhaald, ernstig, vrij en verlicht, in een situatie van ondraaglijk lijden, met definitief letsel van extreme ernst volgens wetenschappelijke consensus of ongeneeslijke en dodelijke ziekte, wanneer dit wordt beoefend of geholpen door gezondheidswerkers".

Volgens het staatshoofd "lijkt het er niet op dat de wetgever de arts die bij de procedure betrokken is, een minimaal veilig wettelijk kader biedt dat zijn optreden kan sturen".

Verwijzend naar de uitdrukking "situatie van ondraaglijk lijden" stelt de president van de republiek dat "dit begrip echter niet minimaal is gedefinieerd, en het er anderzijds niet op lijkt dat het ondubbelzinnig voortvloeit uit de medische 'leges artis'" (volgens de regelen der kunst).

"Wanneer naar het begrip "lijden" wordt verwezen, lijkt dit in feite een sterke dimensie van subjectiviteit in te houden. Aangezien deze begrippen, in de termen van het decreet, zoals het zal worden gematerialiseerd, in wezen moeten worden ingevuld door de leidende arts en door de gespecialiseerde arts, is het onduidelijk hoe dit lijden moet worden gemeten: hetzij vanuit het exclusieve perspectief van de patiënt, hetzij vanuit de beoordeling ervan door de arts. In ieder geval lijkt een concept met deze mate van onbepaaldheid niet te voldoen aan de eisen van normatieve onderbouwing die voortvloeien uit de Fundamentele Wet", voegt hij eraan toe.

Marcelo Rebelo de Sousa concludeert dat "een begrip met deze graad van onbepaaldheid niet lijkt te beantwoorden aan de eisen van normatieve onderbouwing die uit de Grondwet voortvloeien".