João Matos Fernandes sprak aan het eind van de Raad van ministers (CM) die gewijd was aan bossen, en die werd voorgezeten door de president van de Republiek, Marcelo Rebelo de Sousa, op uitnodiging van de minister-president, António Costa, en die plaatsvond in Monsanto, in Lissabon.

Volgens de minister is de kwestie van het opruimen van kreupelhout door eigenaars niet besproken of goedgekeurd, maar het voorstel, dat "op de volgende CM op tafel zal liggen", is om de datum van 15 maart te verplaatsen naar 15 mei, voor wat betreft particulieren, en voor gemeenten tot eind mei.

"Dit vloeit natuurlijk voort uit de grotere moeilijkheid in termen van de pandemie, maar vooral [omdat] we in een positie zijn om dit te kunnen doen. Door de overvloedige regenval in februari is er veel water op het land, zit er veel vocht in de bodem en daarom schatten we geen verhoogd risico in", aldus Matos Fernandes.

Volgens de wet op de staatsbegroting voor 2021 moeten de werkzaamheden voor de aanleg van brandstofbeheersstroken tegen bosbranden, in een strook van 50 meter rond woningen en andere gebouwen en een strook van 100 meter rond nederzettingen, kampeerterreinen en industriezones, "uiterlijk op 15 maart plaatsvinden".

In 2020 is de termijn van "uiterlijk 15 maart" door de regering tweemaal verlengd, zij het reeds na het verstrijken van de oorspronkelijke datum. Eerst op 2 april tot 30 april en vervolgens op 2 mei tot 31 mei, in het kader van de uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen in verband met de pandemie van de ziekte van Covid-19.

Met dit besluit wilde de regering "betere voorwaarden scheppen" opdat de mensen aan deze verplichting zouden kunnen voldoen, "rekening houdend met de sterke beperkingen van het verkeer" als gevolg van de algemene lockdown.

Volgens de wet moeten de gemeenteraden, wanneer de eigenaren de termijn voor het ruimen van de grond niet naleven, er tot 31 mei op toezien dat alle werkzaamheden in verband met het beheer van de brandstoffen worden uitgevoerd, "door middel van communicatie en, bij gebrek aan antwoord binnen vijf dagen, door een aanplakking op de plaats van de werkzaamheden".

De totale waarde van de boetes die in 2020 wegens niet-naleving zijn opgelegd, bedroeg 2,96 miljoen euro (2.966.160 euro), wat minder is dan het record van 2019, dat goed was voor 3,72 miljoen euro (3.720.600 euro), met 8.047 administratieve overtredingen, waarvan 6.933 van particulieren en 1.114 van rechtspersonen, volgens de gegevens van het GNR.