De cucamelon is een vrucht ter grootte van een druif die er van buiten uitziet als een miniatuurwatermeloen en van binnen als een komkommer. In tegenstelling tot wat je zou denken, is deze kleine heerlijke snack geen genetisch gemanipuleerde kruising tussen die twee en komt hij eigenlijk oorspronkelijk uit Centraal-Amerika en Mexico, waar hij al voor de westerse kolonisatie werd geteeld.

De smaak van deze vrucht wordt vaak beschreven als een zure komkommer, maar niet als een augurk, meer als een komkommer met een vleugje limoen, waardoor het een verfrissende zomersnack is, en nog een gezonde ook! Deze voedzame lekkernijen zitten boordevol mineralen, vitaminen, vezels en antioxidanten, terwijl ze toch zeer weinig calorieën bevatten.

Gelukkig kunnen cucamelons in het grootste deel van Portugal worden gekweekt. Het is aan te raden om met je zaden binnenshuis te beginnen en ze pas na de laatste vorst van de winter naar buiten te brengen. Als je ze eenmaal naar buiten hebt gebracht, zorg er dan voor dat je een mooi, zonnig plekje vindt in goed gedraineerde grond met een temperatuur tussen 21 en 24 graden Celsius.

Deze plant groeit uit tot een grote klimplant die wel 3 meter hoog kan worden, dus zorg dat hij veel ruimte heeft, en als je er meer dan één plant, laat er dan minstens 30 cm tussen zitten.

Deze jongens hebben niet veel onderhoud nodig, behalve een hoop zon en ongeveer 2,5 cm water per week. Er zijn geen meststoffen of supplementen nodig, tenzij je begint met zeer slechte grond.

Onder optimale omstandigheden hebben komkommers ongeveer 65 tot 75 dagen nodig om volwassen te worden.