Er is gewoon iets met straatkunst waardoor je het gevoel krijgt dat je de plaatselijke bevolking een beetje meer begrijpt. Een van de eerste dingen die me opvielen toen ik in Lissabon aankwam, is dat de mensen hier nogal discreet kunnen zijn - in tegenstelling tot hun Italiaanse en Spaanse buren - maar hun straten vertellen een ander verhaal.

Je vindt er kleine tikkende groene klokjes, die symboliseren dat de tijd opraakt om de klimaatverandering aan te pakken, slogans zoals "de feministische revolutie" geschreven bij de Fonte Luminosa, "Ik kan niet ademen" op de Almirante Reis Avenue, of kleine rood en zwart opgeheven vuistjes, overal in de straten van de hoofdstad geplakt ter ondersteuning van de Black Lives Matter-beweging. Lisboetas mogen dan stil zijn, maar ze weten hoe ze hun stem moeten laten horen: via hun kunst.

Lissabon staat tegenwoordig bekend om zijn kleurrijke muren en originele straatkunst, maar in de 18e eeuw waren de gebouwen helemaal wit. Pas na de aardbeving van 1775 begonnen de rijkere buurten kleur en tegels aan hun muren en trottoirs toe te voegen. Toen in 1974 de democratische revolutie uitbrak, werd het gebruikelijk zich op straat uit te drukken door middel van kunst en kleur, vaak vergezeld van politieke boodschappen. Vandaag de dag bestaat deze traditie nog steeds en worden er rondleidingen van een uur aangeboden aan toeristen die alle unieke straatkunst die de stad te bieden heeft willen ontdekken, of dat nu buiten, in kunstgaleries of zelfs in kroegentochten is.

Toen ik aankwam, kon ik geen musea bezoeken vanwege de Covid-19 beperkingen. Het duurde echter niet lang voordat ik me realiseerde dat Lissabon al een openluchtmuseum is en dat elke straat op zijn eigen manier een kunstwerk is. Bijna elke kleine geplaveide straat of grote laan (zelfs parkeerterreinen!) heeft een kunstwerk. Je zou zelfs een paar juweeltjes kunnen missen als je niet oppast of te druk bent met het bekijken van het verbazingwekkende tegelwerk onder je voeten.

Zoals veel mensen die net in Lissabon zijn aangekomen, werd mij door de plaatselijke bevolking verteld dat ik naar de wijk Alfama moest gaan, om te zien hoe een "traditionele Portugese wijk" eruitziet. Dus dat heb ik natuurlijk gedaan. Ondanks de lege straten als gevolg van de lockdown, kon je zien dat Alfama een zeer levendige wijk is. De kleurrijke straten, de paasversieringen, de sardienstickers op de ramen, het is echt een schilderachtige en charmante plek om te bezoeken.

Als u goed op de details let, kunt u op sommige straathoeken en in sommige steegjes ouderwetse portretten zien. Deze portretten van de ouderen van Alfama zijn het werk van Camilla Watson, een Engelse kunstenares, die met de gemeente Santa Maria Maior heeft samengewerkt om dit project, dat zij "Alma de Alfama" (of Ziel van Alfama) noemt, tot stand te brengen. Volgens de kunstenares vertegenwoordigen Alfamistas "de identiteit van de buurt" en deze portretten van hen, samen met kleine teksten die hun leven in detail uitleggen, werden gemaakt "met de bedoeling om traditionele waarden te behouden". Voor het geval u alle portretten wilt zien, is er een kaart op de website van de kunstenaar (http://camillawatsonphotography.net/alma-de-alfama/#).

Als u geluk hebt, kunt u misschien zelfs een van Alfama's sterren zien. Ik had de kans om kort te praten met Maria Emilia, een visverkoopster. Zoals de meesten woont ze al haar hele leven in Alfama. Op haar portret staat ze voor een vis (bijna even groot als zij) en ze glimlacht met haar mond wijd open. Je zou haar bijna kunnen horen lachen, alleen al door naar haar te kijken. Terwijl ik foto's maak van Maria Emilia's portret, zie ik iemand naar me staren vanuit zijn auto. Het blijkt, dat het Maria Emilia zelf was. Ze doet langzaam haar raampje omlaag en zwaait naar me alsof ze de koningin van Alfama is. Als een groupie die het lid van haar favoriete boyband ziet, vraag ik of ik een foto van haar mag maken. Hoewel ze haast had, nam ze de tijd om een praatje te maken en te proberen mijn gebroken Portugees te begrijpen, en beloofde me dat ik de volgende keer dat onze wegen elkaar kruisten een foto met haar portret zou maken, voordat ze wegreed.

Dit herinnerde me eraan dat je niet per se naar musea hoeft te gaan om een stad te leren kennen. Door met de plaatselijke bevolking te praten en hun levens en gewoonten te leren kennen, leer je net zoveel over iemands cultuur als wanneer je een rondleiding of expo volgt. Straatkunst maakt dat mogelijk, om mensen weer in contact te brengen met de straat, met de plaatselijke bevolking, zonder dat ze tientallen euro's hoeven te betalen voor een museumkaartje. Straatkunst is overal in Lissabon, en je kunt zoveel verschillende kunstwerken spotten, stuk voor stuk uniek... als je maar niet vergeet om af en toe op te kijken, anders zou je wel eens iets bijzonders kunnen missen.