De DGS heeft de richtsnoeren voor zwangerschap en bevalling aangescherpt, zodat ziekenhuizen de nodige voorwaarden garanderen om de vader bij de geboorte aanwezig te laten zijn en moeders met Covid-19 hun kind borstvoeding kunnen geven als zij dat wensen.

De richtsnoeren inzake zwangerschap en bevalling en de zorg voor pasgeborenen op de kraamafdeling van een ziekenhuis in het kader van de pandemie Covid-19 zijn deze week door het directoraat-generaal Gezondheid (DGS) geactualiseerd. Wat betreft de aanbevelingen voor het benaderen van een zwangere vrouw bij wie Covid-19 vermoedelijk of bevestigd is, en de criteria voor het beëindigen van de isolatie, bekrachtigt de update van het DGS dat "ziekenhuisafdelingen, overeenkomstig hun rampenplan, moeten zorgen voor de nodige voorwaarden voor de aanwezigheid van een begeleider tijdens de bevalling".

De Portugese Vereniging voor de rechten van vrouwen in zwangerschap en bevalling heeft tijdens een hoorzitting in het parlement gewaarschuwd dat er ziekenhuizen waren die de aanwezigheid van een begeleider aan vrouwen tijdens de bevalling ontzegden en dat sommige ziekenhuizen een met Covid-19 besmette moeder van de baby scheidden, waardoor zij geen borstvoeding kon geven. Het DGS stelt dat borstvoeding "moet worden gehandhaafd, als de moeder dat wil en met inachtneming van de beschermingsmaatregelen voor Covid-19".

Het directoraat-generaal Gezondheid merkt op dat "de drie situaties reeds in de vorige versie waren voorzien en in deze bijwerking zijn versterkt en verduidelijkt". Met deze actualisering is de beëindiging van de isolatiemaatregelen voor de moeder, de pasgeborene en de zwangere vrouw in overeenstemming met wat is bepaald in norm 004/2020 betreffende de benadering van de patiënt met een vermoeden of bevestiging van Covid-19.