Het onderzoek, onder 12 landen van de Europese Unie (EU), waaronder Portugal, valt onder de verantwoordelijkheid van de Europese Federatie voor Vervoer en Milieu (T&E), een milieuorganisatie die pleit voor duurzaam beleid en 63 verenigingen uit de vervoerssector en het milieu in 24 Europese landen verenigt.

Uit de conclusies van de enquête, die door de Portugese milieuvereniging Zero, een lid van T&E, in een persbericht zijn gepubliceerd, blijkt dat er onder de burgers veel steun is voor de aanscherping van de nationale doelstellingen om de uitstoot te verminderen. De EU heeft een reductiedoelstelling van 55 procent voor 2030 vastgesteld.

Deze verhoogde ambitie werd door 68 procent van de 88 procent van de respondenten die zich over het onderwerp uitspraken, als een mening naar voren gebracht. Van degenen die vonden dat de inspanningen niet mogen toenemen, was 24 procent van mening en van degenen die juist vonden dat ze moesten afnemen, 8 procent.

Onder de voorstanders van meer ambitie in de doelstellingen voor 2030 zijn de burgers van Zuid-Europa, met Italië op kop (85 procent), gevolgd door Spanje (79 procent), Roemenië (73 procent) en Portugal (72 procent).

Ook de Polen (68 procent) en Hongaren (67 procent) gaven in grote meerderheid aan dat hun regeringen hogere doelstellingen voor de vermindering van broeikasgassen moeten vaststellen.

In Nederland en Denemarken waren de burgers geen voorstander van hogere reductiedoelstellingen voor broeikasgasemissies, maar kozen zij ervoor deze te handhaven (ongeveer 85 procent). Uit de studie bleek dat in geen van de landen waar de enquête werd uitgevoerd, de steun voor het ten minste handhaven van de doelstellingen minder dan 80 procent bedraagt.

Uit het werk bleek ook dat vrouwen meer bereid zijn om de klimaatambities te verhogen, en dat er geen grote verschillen zijn wat leeftijdsgroepen betreft.

Over het algemeen was de overgrote meerderheid (84%) van de respondenten voorstander van meer klimaatinspanningen in vervoer en gebouwen door middel van normen en voorschriften (zoals limieten voor de uitstoot van kooldioxide door auto's). Maar minder dan de helft was het eens met het creëren van marktgebaseerde instrumenten (Europese handel in emissierechten) die brandstoffen duurder maken.

Op basis van de uitkomsten van de enquête stellen T&E en Zero dat de Europese Commissie de overweldigende publieke steun voor nieuwe klimaatregels en -voorschriften moet gebruiken om de ambitie in sectoraal beleid te verhogen, bijvoorbeeld ten aanzien van de uitstoot van nieuwe auto's.

En ze zeggen dat de Europese Unie een grote kans heeft laten liggen om de emissiereductiedoelstellingen voor 2030 met 60 procent te verhogen, zoals het Europees Parlement had gevraagd.

In het communiqué herinnert Zero er ook aan dat de Europese Commissie een pakket maatregelen voorbereidt om in 2030 een emissiereductie van 55 procent te bereiken. Een daarvan heeft betrekking op de emissies van de transport- en bouwsector, waarvan de reducties ofwel de verantwoordelijkheid zijn van de regeringen ofwel worden ingekaderd binnen het systeem van koolstofemissiehandel. Als de optie de koolstofmarkt is, zegt Zero het er niet mee eens te zijn, en waarschuwt dat in de enquête de burgers het er ook niet mee eens waren, en de voorkeur gaven aan wat er nu is, met nationale doelstellingen.