De gegevens over de beschikbaarheid van water in de stuwmeren op 30 april (60 stuwmeren onder toezicht) laten geen grote veranderingen zien ten opzichte van eind maart, met 32 stuwmeren op meer dan 80% van de capaciteit en dezelfde vier met minder dan 40%.

De nu beschikbare gegevens wijzen, in vergelijking met de voorgaande maand, op een toename in vijf stroomgebieden (Vouga, Mondego, Ribeiras Oeste, Tejo en Sado) en een afname in acht.

"Ondanks de neerslag die in de eerste vier maanden van het jaar is gevallen, vertonen de Mira- en Barlavento-rivierbekkens totale opslagwaarden die onder de historische gemiddelde waarden liggen", aldus het APA.

Zij voegt eraan toe dat de stijging van de opslagniveaus in de reservoirs van de oostelijke Algarve (Odeleite en Beliche) weliswaar aanzienlijk is, maar er nog niet voor heeft gezorgd dat deze de historische niveaus van april hebben bereikt.

In het algemeen waren volgens het document de opslagniveaus in april hoger dan de gemiddelde opslagniveaus in april (rekening houdend met de periodes 1990/91 en 2019/20), behalve in de bekkens van Lima, Ave, Mira en Barlavento.

Ook met betrekking tot eind april, maar dan wat de stuwmeren aan de Spaanse kant betreft, merkt APA op dat de beschikbaarheid van water in al deze stuwmeren is afgenomen.

In het stroomgebied van Minho en Lima (Spanje) was er een daling van 80,1 procent in maart tot 72,6 procent in april. Het stroomgebied van de Guadiana in Spanje zit nog steeds onder de 50 procent van de totale opslagcapaciteit (nu een kleine daling ten opzichte van maart, van 41,5 naar 41,2 procent).

Wat de stuwmeren met minder water betreft, is er eind april vrijwel geen verandering ten opzichte van maart.

In het stroomgebied van de Sado staat het stuwmeer van Monte da Rocha nog steeds op 33 procent, dat van Campilhas op 35 procent en dat van Fonte Serne op 31 procent. Bravura, in het stroomgebied van de Barlavento, is gedaald van 35 naar 34 procent.