"Op dit moment is het nog te vroeg om te bevestigen of en wanneer een boosterdosis voor covid-19-vaccins nodig zal zijn, omdat er nog niet genoeg gegevens zijn van lopende vaccinatiecampagnes en studies om te begrijpen hoe lang de bescherming tegen de vaccins zal aanhouden, ook gezien de verspreiding van varianten", aldus de twee Europese instellingen in een gezamenlijke verklaring.

Het EMA en het ECDC verzekerden echter dat zij al samenwerken met elkaar en met de nationale technische adviesgroepen inzake immunisatie, d.w.z. de deskundigen uit de lidstaten die adviseren over immunisatieprogramma's die door het ECDC worden gecoördineerd.

"Elk nieuw bewijs dat over dit onderwerp beschikbaar komt, zal snel worden onderzocht. Gegevens over de doeltreffendheid in de praktijk uit Europa en andere delen van de wereld zijn van bijzonder belang als aanvulling op gegevens uit klinische proeven waarbij onderzoek wordt gedaan naar boosterdoses", aldus de twee instanties.

Parallel hiermee, zo onderstreepte de Europese regelgevende instantie voor geneesmiddelen, wordt ook samengewerkt met de laboratoria die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van vaccins met het oog op de coördinatie rond de presentatie van gegevens over dit onderwerp.

"Dit moet ervoor zorgen dat zo spoedig mogelijk regelgevende maatregelen kunnen worden genomen om de mogelijkheid van het gebruik van een boosterdosis mogelijk te maken, mocht dit nodig blijken", benadrukte het EMA.

Hoewel de pandemie niet onder controle is verklaard, hebben de twee Europese entiteiten nogmaals het belang verdedigd van de handhaving van niet-farmacologische beschermingsmaatregelen, met name het gebruik van maskers en het respecteren van sociale afstand, om "de overdracht van de Delta-variant door de gemeenschap in te dammen totdat meer bevolkingsgroepen volledig zijn gevaccineerd" tegen covid-19.