Volgens het Spaanse agentschap EFE wordt het besluit van Nederland op 16 juli van kracht.

Samen met Portugal zijn nu ook Spanje, inclusief de Spaanse eilanden de Canarische Eilanden en de Balearen, en Cyprus "oranje geschilderd", wat betekent dat ze geen aanbevolen bestemmingen zijn voor niet-essentiële reizen.

"Helaas heeft het bestuur van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid (RIVM) deze week aangetoond dat het niet om een tijdelijke toename gaat: er is sprake van een zorgwekkende trend in de aantallen besmettingen in deze regio's," zo gaf het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken aan.

Alle Nederlanders die naar deze bestemmingen reizen, moeten een bewijs van volledige vaccinatie gedurende ten minste 14 dagen, of van herstel van de ziekte van Covid-19 hebben.

Anders, en voor niet-gevaccineerden, is het noodzakelijk om een negatieve test op Covid-19 - een PCR (moleculaire test) uitgevoerd binnen een periode van maximaal 72 uur of een snelle antigeentest uitgevoerd binnen een periode van maximaal 48 uur - te hebben voor terugkeer op Nederlands grondgebied.

Mensen die al op deze bestemmingen zijn, moeten een bewijs overleggen wanneer zij vanaf komende zondag naar Nederland terugkeren, aldus het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, dat verduidelijkt dat reizigers niet in quarantaine zullen worden geplaatst wanneer zij naar huis terugkeren.

De Nederlandse diplomatie erkent de "grote impact" die dit besluit heeft op reizigers, maar stelt dat reizen naar het buitenland "een risico is en blijft" in de pandemie.

Afgelopen maandag gaf de Nederlandse premier Mark Rutte toe dat de regering een fout had gemaakt door enkele beperkingen op te heffen en bood hij zijn verontschuldigingen aan, op een moment dat Nederland te maken heeft met een aanzienlijke toename van het aantal gevallen van covid-19.

Volgens de internationale pers is het aantal nieuwe gevallen in Nederland met 500 procent gestegen na het opheffen van de beperkingen.