In een verklaring heeft het uitvoerend orgaan van de Gemeenschap meegedeeld dat het Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Griekenland, Spanje, Finland, Frankrijk, Kroatië, Ierland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Letland, Polen, Portugal, Roemenië, Zweden, Slovenië en Slowakije heeft verzocht informatie te verstrekken over de wijze waarop de regels in de richtlijn betreffende het auteursrecht op de digitale gemmeenschappelijke markt in hun nationale wetgeving worden omgezet.

Het gaat om de Europese wet inzake auteursrecht en naburige rechten in de digitale gemeenschappelijke markt, die in mei 2019 in werking is getreden en voorziet in een aanpassingsperiode van twee jaar, tot juni 2021, voor de EU-landen om de nieuwe regels in hun nationale wetgeving op te nemen, en tegen die datum moeten de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen zijn vastgesteld.

Tegelijkertijd heeft de Europese Commissie "Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Estland, Griekenland, Spanje, Finland, Frankrijk, Kroatië, Ierland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Letland, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië en Slowakije verzocht informatie te verstrekken over de wijze waarop de richtlijn [betreffende het auteursrecht op] online televisie- en radioprogramma's in hun nationale wetgeving wordt omgezet".

"Aangezien de bovengenoemde lidstaten geen of slechts gedeeltelijk mededeling hebben gedaan van nationale maatregelen, heeft de Commissie vandaag besloten inbreukprocedures in te leiden door aanmaningen te sturen", voegt de instelling daaraan toe in het persbericht.

Dit betekent dat de betrokken lidstaten Brussel op de hoogte moeten brengen van de omzetting van de richtlijnen inzake auteursrecht in nationaal recht.

Deze landen hebben nu twee maanden de tijd om op de brieven van de Europese Commissie te reageren en de nodige maatregelen te treffen, aangezien de instelling bij uitblijven van een bevredigend antwoord kan besluiten met redenen omklede adviezen uit te brengen, de volgende stap in de inbreukprocedures.

De twee richtlijnen hebben tot doel de EU-regels inzake auteursrecht te moderniseren.

De Europese richtlijn betreffende het auteursrecht is in het leven geroepen om de eigendom van de inhoud van kunstenaars, musici, schrijvers en journalisten op het internet te beschermen, door regels vast te stellen voor het gebruik van hun werk door derden.

Het gaat dus om instrumenten voor de heronderhandeling van contracten, financiële vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die inhoud voor andere dan privédoeleinden gebruiken, en de controle op materiaal dat door gebruikers op onlineplatforms wordt gedeeld.

Het is de bedoeling dat de richtlijn vooral gericht is op technologiereuzen zoals Facebook, Google en YouTube, die nu verantwoordelijkheden hebben om ervoor te zorgen dat het auteursrecht wordt geëerbiedigd.

De artikelen van deze richtlijn die in de lidstaten de meeste stof hebben doen opwaaien, betreffen de bescherming van perspublicaties voor digitaal gebruik, het voorzien in een vergoeding voor diezelfde publicatie bij het delen van links of verwijzingen, en het opzetten van een mechanisme om het materiaal te controleren dat door gebruikers op de platforms wordt geladen.