De norm van de Vaccinatiecampagne tegen Covid-19, die op 4 augustus door het Directoraat-generaal Gezondheid (DGS) is bijgewerkt, bepaalt ook transplantatie en immunosuppressie als prioritaire ziekten voor vaccinatie.

Volgens de norm vallen ook neurologische ziekten hieronder, waaronder cerebrale parese en spierdystrofieën, ontwikkelingsstoornissen zoals trisomie 21 en ernstige en diepgaande intellectuele ontwikkelingsstoornissen. Chronische longaandoeningen, chronische ademhalingsziekten zoals ernstige astma, en taaislijmziekte (cystic fibrosis) behoren ook tot de topprioriteiten.

"In het geval van volwassenen die niet in staat zijn toestemming te geven, moet toestemming worden verkregen van de wettelijke vertegenwoordiger", voegt de verordening eraan toe.

Vrijdag beval de DGS prioritaire vaccinatie tegen Covid-19 aan voor kinderen van 12 tot 15 jaar met geassocieerde comorbiditeiten die tot ernstige ziekte of overlijden kunnen leiden, waarbij later werd verduidelijkt dat gezonde kinderen een voorschrift nodig hebben om te worden gevaccineerd.

Universele vaccinatie blijft alleen aanbevolen boven de 16 jaar, volgens het lopende vaccinatieplan.

In de thans bijgewerkte norm staat ook dat voor zwangere vrouwen van 16 jaar of ouder geen medisch recept vereist is, en ondanks de aanbeveling om te vaccineren vanaf 21 weken zwangerschap, nadat de morfologische echografie is verricht, "is er geen grens voor de zwangerschapsleeftijd om met vaccineren te beginnen".

Het DGS benadrukt ook dat, indien met de vaccinatie wordt begonnen, zonder voorafgaande kennis van de zwangerschapsituatie, deze binnen het aanbevolen interval moet worden voltooid, ongeacht de zwangerschapsduur en de uitvoering van de morfologische echografie.

Vaccinatie tegen Covid-19 bij zwangere vrouwen moet ten minste 14 dagen na de toediening van andere vaccins, zoals kinkhoest en griep, plaatsvinden.

Het DGS stelt dat zwangere vrouwen een groep vormen met een verhoogd risico op ernstige vormen van Covid-19, in vergelijking met niet-zwangere vrouwen van dezelfde leeftijd, waarbij het risico op ernstige ziekte hoger is in het derde trimester van de zwangerschap.

"Aan de andere kant is Covid-19 ook in verband gebracht met nadelige obstetrische en neonatale uitkomsten die voornamelijk het gevolg zijn van het hogere percentage vroeggeboorten", aldus DGS.

Hoewel het wetenschappelijk bewijs (informatie) over de veiligheid en doeltreffendheid van vaccinatie tegen SARS-CoV-2 tijdens de zwangerschap nog beperkt is, "maken alle beschikbare vaccins tegen covid-19 gebruik van niet-geactiveerde virustechnologieën, zodat er geen extra risico's te verwachten zijn tijdens de zwangerschap en de geboorte".

Gegevens verzameld door het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding toonden geen significante verschillen in zwangerschapsuitkomsten bij gevaccineerde vrouwen, in meer dan 100.000 geanalyseerde dossiers.

"De verwachte voordelen wegen dus op tegen de (theoretische) risico's voor de zwangere vrouw en de foetus, waarbij het voordeel groter is bij een hoge blootstelling aan SARS-CoV-2 en risicopathologieën", benadrukt het DGS.