Eind juli deelde het Ministerie van Milieu en Klimaatactie mee dat technici van het Portugese Milieuagentschap (APA) en hun Spaanse collega's in de eerste week van augustus bijeen zouden komen om mechanismen vast te stellen voor het toezicht op de situatie van het debiet van de Tejo, gedurende de zomermaanden. De regering kondigde toen in een verklaring aan dat er "op het hoogste niveau politieke contacten met het Koninkrijk Spanje" waren gelegd en dat de minister voor Ecologische Overgang en Demografische Uitdaging had ingestemd met de uitnodiging van haar ambtgenoot João Pedro Matos Fernandes.

Volgens de vrijgegeven informatie bracht de vergadering, die op de 2e werd gehouden, ambtenaren van het APA en het Directoraat-Generaal voor Water in Spanje (DGA) bijeen, die de hidrometeorologische situatie van de Tejo Internacional analyseerden. De twee delegaties erkenden dat beide landen in dit waterjaar niet alleen de debietregimes van het Verdrag van Albufeira hebben nageleefd, maar zelfs de volumes hebben overschreden die zijn vastgesteld in het Verdrag, dat sinds 2000 de Portugees-Spaanse betrekkingen op het gebied van de watervoorraden regelt.

In de informatie die vandaag aan Lusa is verstrekt, staat echter dat "de betrekkelijk geringe waterreserves in de stuwmeren in Spanje erop wijzen dat aan het eind van het waterjaar (september) de in Portugal te lozen hoeveelheden niet veel groter zullen zijn dan de minimumdebieten van het Verdrag van Albufeira". De twee delegaties zijn, eveneens volgens dezelfde bron, "overeengekomen permanent contact te houden om de situatie te volgen, ten einde de mogelijke gevolgen van het lage waterdebiet voor het milieu en de samenleving tot een minimum te beperken".