Het wetsvoorstel, waartoe Lusa toegang had en dat de partij als "een wetgevingsinnovatie" bestempelt, wijzigt het pensioenstatuut in het artikel over de maandelijkse bezoldiging.

"Indien de begunstigden een openbare of politieke functie hebben bekleed en veroordeeld zijn voor misdrijven van corruptie, valsheid in geschrifte of verduistering, wordt het pensioen waarop zij recht hebben definitief gekort tussen 25 procent en 75 procent van zijn waarde", stelt Chega in het wetsontwerp voor.

De partij voegt daar nog aan toe dat "indien de toegepaste effectieve sanctie hoger is dan vijf jaar gevangenisstraf, de begunstigde een vermindering zal ondergaan van nooit minder dan 50 procent van de definitief toegekende waarde, en kan oplopen tot 75 procent indien de begunstigde de schatkist of de integriteit van de openbare functies ernstig heeft geschaad".

Het wetsvoorstel bepaalt ook dat "de begunstigde na de verlagingen in geen geval een definitieve nettowaarde mag verdienen die lager is dan het nationale minimumloon" en waarborgt dat deze verlagingen pas kunnen worden toegepast "na de definitieve veroordeling voor de strafbare feiten".

De partij neemt dit wetsvoorstel op in een poging om de Sociale Zekerheid te hervormen, hetgeen, volgens Chega, verschillende regeringen hebben geprobeerd te doen "helaas altijd zonder veel succes".

"De wijziging die nu wordt voorgesteld heeft in wezen te maken met de toepassing van een basisregel van rechtvaardigheid: degenen die de schatkist of de aan hen toevertrouwde publieke functies ernstig hebben benadeeld, moeten worden gestraft bij de wettelijke toekenning van het pensioenbedrag", rechtvaardigt Chega.

"Wat men met deze wetswijziging beoogt, is juist het juridisch-strafrechtelijk systeem te articuleren, evenals de evolutie van de maatschappelijke perceptie en de bestaande controle met betrekking tot de uitoefening van publieke functies, gezien het huidige pensioenstelsel", verdedigt de partij.

Eind juni werd, met onthoudingen van de PSD, CDS-PP, PAN en de afgevaardigde Cristina Rodrigues, een wetsvoorstel van Chega om de minimale en maximale strafkaders voor de misdrijven van passieve en actieve corruptie te verzwaren, door het parlement verworpen.

Tijdens de laatste vergaderperiode voor de vakantie werd ook de verwerping bevestigd van het grondwetsherzieningsproject van Chega, dat onder meer een levenslange belemmering voor het bekleden van een openbaar ambt wilde invoeren voor degenen die wegens corruptie zijn veroordeeld.