In de studies van het Directoraat-generaal voor Onderwijs- en Wetenschapsstatistieken (DGEEC) werden de schoolresultaten geanalyseerd van leerlingen in de 2e en 3e cyclus, d.w.z. van de 5e tot de 9e klas.

Van de leerlingen die het jaar met negatieve cijfers hadden afgesloten, slaagden de meesten er het jaar daarop in zich te herpakken; in sommige gevallen bedroeg het slaagpercentage bijna 90 procent.

Bij een vergelijking tussen het effect van het tegenhouden van de leerling of het laten overgaan zijn de verschillen in resultaten gering, zo blijkt uit de gegevens van de twee verslagen, waarin de cijfers voor acht academiejaren (tussen 2011/2012 en 2019/2020) worden geanalyseerd.

Van de leerlingen die in groep 8 zakten voor Sociale Wetenschappen, maar die wel overgingen, slaagde 87 procent het jaar daarop, in 2019/2020, wel voor het vak.

Onder degenen die zakten en om die reden terugkeerden naar de lessen Maatschappijleer - een vak waarvoor men was gezakt - bedroeg het slagingspercentage 88 procent, dat wil zeggen slechts één procentpunt meer in vergelijking met degenen die met een onvoldoende slaagden.

Een uitzondering vormt wiskunde in de 6e, 8e en 9e klas, waar het moeilijker lijkt om het weer op te pakken en te slagen.

In een verklaring stelt het ministerie van Onderwijs dat de resultaten van de studies "de geringe doeltreffendheid van retentie als maatregel om de resultaten te verbeteren, bevestigen en andere interventies aanmoedigen".

In de afgelopen acht jaar was er een tendens naar verbetering van de cijfers en minder negatieve cijfers voor alle vakken. Voor het Ministerie van Onderwijs wijst dit fenomeen "op een geleidelijke en consistente verbetering in het Portugese onderwijssysteem".

Kijkend naar de leerlingen die gezakt zijn, was meer dan 90 procent negatief voor wiskunde, volgens de twee nu gepubliceerde studies.