In een verklaring zei het Sloveense roulerende EU-voorzitterschap dat "de Raad vandaag zijn definitieve goedkeuring heeft gehecht aan een fonds om de lidstaten te helpen de negatieve gevolgen van de Brexit op te vangen."

Het fonds bedraagt in totaal 5,4 miljard euro, te verdelen onder de 27 EU-landen, en houdt rekening met het belang van handelsuitwisselingen, visserij in de exclusieve economische zone van het Verenigd Koninkrijk en ook met de nabuurschapsbetrekkingen voor de regio's die een zeegrens met het VK hebben.

Voor Portugal is het bedrag van 81,3 miljoen euro berekend op basis van de handel in goederen en diensten met het Verenigd Koninkrijk en de visserij in de exclusieve economische zone van het Verenigd Koninkrijk.

Volgens de EU zal dit fonds "de zwaarst getroffen regio's, sectoren en gemeenschappen helpen om extra kosten te dekken, verliezen te compenseren of andere nadelige economische en sociale gevolgen te bestrijden die rechtstreeks voortvloeien uit het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie", waarbij wordt benadrukt dat het om een "speciaal en punctueel noodinstrument" gaat.

Het doel is "steun te verlenen aan openbare en particuliere ondernemingen die worden geconfronteerd met verstoringen van de handelsstromen, waaronder nieuwe kosten in verband met douanecontroles en administratieve formaliteiten", aldus de Raad, die eraan toevoegt dat Brexit "een situatie zonder precedent heeft doen ontstaan".

Tot de beoogde maatregelen behoren steun voor kleine en middelgrote ondernemingen, gemeenschappen en regionale en lokale organisaties, met inbegrip van kleinschalige kustvisserij die afhankelijk is van visserijactiviteiten in de Britse wateren, alsook het bevorderen van het scheppen van banen en de re-integratie op de arbeidsmarkt van terugkerende EU-burgers.

Er zal steun worden verleend voor maatregelen die tussen 1 januari 2020 en 31 december 2023 worden uitgevoerd, zodat de uitgaven die vóór het einde van de overgangsperiode worden gedaan, kunnen worden gedekt.

Het fonds van 5 miljard euro werd vorig jaar door de EU-leiders goedgekeurd als onderdeel van de begroting 2021-2027.

Het grootste deel van het fonds (4,3 miljard euro) zal in drie jaartranches - in 2021, 2022 en 2023 - als voorfinanciering ter beschikking van de 27 worden gesteld, terwijl de resterende middelen in 2025, na analyse van de uitgaven, ter beschikking zullen worden gesteld.