Wat de archeologen vonden in White Sands in New Mexico waren duizenden echte voetafdrukken, die het zeker winnen van een paar stukjes steen die al dan niet oude speerpunten kunnen zijn. Bovendien denkt de hoofdauteur van het rapport in het tijdschrift 'Science', Prof. Matthew Bennett van de Bournemouth Universiteit in Engeland, dat de meeste voetafdrukken gewoon kinderen waren.

"Dit waren de eerste tieners van Amerika," vertelde hij aan 'The Observer', "en ze hingen samen rond zoals ze dat vandaag ook doen. Het enige wat toen nog ontbrak was een smartphone."

We hebben geen DNA van de White Sands site, maar de mensen die bij dat oeroude meer woonden zouden waarschijnlijk niet eens opvallen in een moderne straat als je ze kleren en een make-over zou geven.

Wat de voorouders ons wel hebben gegeven, zijn een paar uitdagende mysteries. Het kleinste is hoe ze daar zijn gekomen.

Ze zijn vermoedelijk begonnen met het oversteken van de nu onder water liggende landbrug tussen Siberië en Alaska. Dat was het gemakkelijke deel. Maar een stevige muur van gletsjers van meer dan een kilometer hoog versperde 22.000 jaar geleden de route van Alaska naar het zuiden door Canada. Hoe kwamen ze daar omheen?

Misschien hadden ze boomstamkano's (hoewel grote bomen zeldzaam waren in het noordpoolgebied van de ijstijd), maar het zou een heel lange weg zijn geweest langs een rotsachtige, met ijs bedekte kust (2.500 km.) met niets te eten dan de vis die je kunt vangen. Ter vergelijking: de 'Clovis'-mensen, waarvan wij denken dat zij de eerste mensen in Amerika waren, hadden het gemakkelijk.

Tegen de tijd dat zij ongeveer 13.000 jaar geleden opdoken, was er een noord-zuid corridor ontstaan door de ijsvelden in wat nu Alberta is. Je kon de hele afstand lopen naar Clovis, New Mexico, en onderweg overal voedsel vinden.

Vanaf de aankomst van het Clovis-volk is het bewijs van menselijke aanwezigheid in de Amerika's wijdverbreid en ononderbroken. Verder onderzoek heeft uitgewezen dat sommige gelijksoortige mensen misschien al 16.000 jaar geleden in de twee continenten waren.

Maar het grotere mysterie is dit: als er 22.000 jaar geleden al mensen in New Mexico waren, waar gingen zij dan heen voor de volgende 6.000 jaar? Hoe kan het dat er geen ander bewijs is van hun aanwezigheid op andere plaatsen?

Begin met de voor de hand liggende vraag. Kan die datum fout zijn?

Waarschijnlijk niet. Je kunt voetafdrukken in de modder niet met koolstof dateren, maar je kunt wel de slootgraszaden dateren die in de modder (nu veranderd in rots) zijn opgesloten in de lagen net boven en onder die voetafdrukken. De archeologen hebben de datering op alle mogelijke manieren getest, en telkens kwam hetzelfde antwoord uit de bus: de voetafdrukken zijn tussen de 23.000 en 21.000 jaar oud.

Oké, dan. Tijd om de vraag te stellen die we allemaal liever vermijden. Zouden de voorlopers een of meer groepen kunnen zijn die 22.000 jaar geleden een rondje om de gletsjers maakten, een tijdje in Amerika gedijden, en toen om de een of andere reden uitstierven?

Geen bewijs voor menselijke aanwezigheid gedurende de volgende 6.000 jaar doet sterk vermoeden dat de voorlopers er gewoon niet meer waren. Geen massaal uitsterven van de Amerikaanse megafauna (grote prooidieren) tot de komst van de Clovis-jagers zestig eeuwen later maakt het bijna zeker.

Wanneer menselijke jager-verzamelaars zich voor het eerst vestigden op een continent of een oceaan-eiland waar de grote prooidieren niet met de mens waren mee-evolueerd en hen niet vreesden, was er altijd een massa-uitsterving: Australië 46.000 jaar geleden, de Amerika's ongeveer 10-12.000 jaar geleden, Nieuw-Zeeland pas 700 jaar geleden. Als het niet eerder dan dat gebeurde in de Amerika's, dan waren de voorlopers waarschijnlijk al lang weg.

Of misschien, heel misschien, hielden zij zich nog ergens in kleine aantallen op, totdat de Clovis mensen arriveerden, waarschijnlijk met betere wapens, en hen wegvaagden. Dat is wat Dr Andrea Manica, een geneticus aan de Universiteit van Cambridge, denkt.

Hij vertelde de BBC dat de genetica "duidelijk een afsplitsing laat zien van Indianen van Aziaten ongeveer 15-16.000 jaar geleden." De voorlopers zijn niet vertegenwoordigd in die genetische afstamming, en Manica suggereert dat "de eerste kolonisten van Amerika werden vervangen toen de ijscorridor zich vormde en een andere golf kolonisten binnenkwam. We hebben geen idee hoe dat gebeurd is."

Ja, dat weten we wel. We denken er alleen niet graag over na.

De prehistorie van de wereld staat bol van voorbeelden van machtigere groepen die minder machtige groepen verdreven of uitroeiden. Vaak werden de mannen en de jongen kinderen gedood terwijl de vrouwen werden gehouden, maar de voorlopers (als ze er nog waren om de nieuwe bazen te ontmoeten) hadden niet eens zoveel geluk. Zestig eeuwen, en niets om te laten zien.


Author

Gwynne Dyer is an independent journalist whose articles are published in 45 countries.

Gwynne Dyer