Volgens gegevens van het ministerie van Arbeid, die in de studie van econoom Eugénio Rosa worden geciteerd, zal het gemiddelde loon tussen 2015 en 2022 met 96 euro stijgen, tot 1.048 euro, terwijl het nationale minimumloon tot 705 euro zal stijgen (volgens het voornemen van de regering).

De "loonvervorming", zoals de econoom het noemt, is bepalend voor het feit dat het nationale minimumloon (momenteel 665 euro) een steeds groter deel van het gemiddelde loon uitmaakt, en nu al 67,3 procent van het gemiddelde loon bedraagt.

"Feit is dat Portugal verandert in een land van minimumlonen, aangezien een toenemend aantal werknemers alleen dat loon ontvangt", aldus de adviseur-econoom bij CGTP.

Volgens Eugénio Rosa "is er de afgelopen jaren veel politieke aandacht geweest voor de verhoging van het nationale minimumloon, waarbij is verzuimd om de salarissen van meer gekwalificeerde werknemers te actualiseren, wat tot sterke loonverstoringen in het land leidt en Portugal verandert in een land waar steeds meer werknemers slechts het minimumloon of een zeer dicht bij het minimum liggende beloning ontvangen".

De situatie in de overheidsadministratie, waarvan de salarissen sinds 2009 praktisch zijn bevroren, "is dramatisch, omdat het bijna onmogelijk is hooggekwalificeerde werknemers met de nodige vaardigheden in dienst te nemen", benadrukt de econoom.

In de studie stelt Eugénio Rosa dat op de website van het Instituut voor werkgelegenheid en beroepsopleiding (IEFP) er 156 vacatures zijn voor civiel ingenieurs, elektrotechnici, monteurs, landbouwkundigen, onder anderen, "waarvan de aangeboden salarissen, in hun overgrote meerderheid, variëren tussen € 760 euro en 1.000 euro bruto", dat wil zeggen, vóór IRS en sociale zekerheid kortingen.

"Hoe kan het land gekwalificeerd personeel behouden?", vraagt de econoom, waarbij hij benadrukt dat zonder hooggekwalificeerde werknemers de economische groei en ontwikkeling van het land onmogelijk zal zijn.

Bovendien, zo vervolgt hij, "besteedt het land een belangrijk deel van zijn middelen aan de opleiding van hooggekwalificeerde jongeren aan universiteiten, die vervolgens vertrekken en gaan bijdragen aan de ontwikkeling van andere landen, omdat ze in hun eigen land geen fatsoenlijke lonen en arbeidsomstandigheden vinden".

Eugénio Rosa is van mening dat "wat er gebeurt in de SNS [Nationale Gezondheidsdienst] de ogen van politici zou moeten openen", met artsen en verpleegkundigen "die de SNS verlaten voor grote particuliere zorggroepen, die hen aantrekken door betere lonen en voorwaarden te bieden".