Dit aantrekkelijke lid van de reigerstam is inderdaad gedeeltelijk nachtactief, maar kan ook overdag worden gezien, vooral tijdens de trek, wanneer kleine of grotere groepen kunnen worden waargenomen op weg tussen hun broedgebieden en hun overwinteringsgebieden in Afrika. Overdag nestelen ze in dichte vegetatie en loofbomen in de buurt van zoetwaterbronnen en in de schemering vliegen ze naar hun foerageergebieden waar ze individuele territoria vestigen. Deze plaatsen kunnen vele kilometers van de kolonie verwijderd zijn. De totale populatie in Portugal bedraagt waarschijnlijk minder dan driehonderd paren en Ludo in de Algarve is het enige bevestigde broedgebied. Maar wereldwijd is de soort algemeen, ook in de tropen in Noord- en Zuid-Amerika en Azië.

Beide volwassen vogels hebben het afgebeelde grotendeels grijze, zwarte en witte verenkleed, maar de jonge vogels zijn bruin, zwaar gevlekt beige-wit en met donkere strepen. In tegenstelling tot de grotere reigers zijn het gedrongen vogels met een zware snavel en korte poten en ze zijn iets kleiner dan de bekende koereiger. In de vlucht zijn de vleugels breed en rond, waardoor de juvenielen op uilen lijken. Tijdens hun nachtelijke uitstapjes laten ze vaak een enkele kwaaksignaal horen.

De trekvogels beginnen half maart terug te keren naar hun Europese broedplaatsen. De vogels die vanuit West-Afrika naar het noorden komen, zijn kwetsbaar voor nachtelijke verplaatsingen over de Atlantische Oceaan door de noordoostelijke "passaatwinden" en ik zag in dit seizoen verscheidene zwermen op Santa Maria in de Azoren.

Nachtreigers nestelen vaak in gemengde kolonies met andere reigersoorten, zilverreigers en ibissen, maar zelfs hier vormen ze meestal discrete groepen in het bovenste bladerdak van bomen. Ze komen in Portugal alleen plaatselijk voor als broedvogels en de beste plaats om ze te zien is Lissabon! Ongewoon genoeg is er een reeds lang gevestigde en bloeiende populatie in de Zoölogische Tuinen. Overdag kan men ondernemende vogels zien die zich te goed doen aan voedsel dat voor in gevangenschap levende soorten is achtergelaten. In de schemering kunnen ze soms in en boven het stadscentrum worden gezien.

In hun natuurlijke omgeving voeden Nachtreigers zich hoofdzakelijk met amfibieën, vissen en insecten die aan de waterkant worden gevangen, maar ze kunnen ook een prooi grijpen terwijl ze zweven en zijn zelfs duikend waargenomen.

Alan Vittery