De cryptisch gevederde draaihals is een afwijkende specht, die een groot deel van zijn tijd op de grond doorbrengt op jacht naar zijn voornaamste voedsel, mieren. Hij is iets kleiner dan een lijster en heeft een lange staart, waardoor hij tijdens de vlucht nogal op een ekster lijkt.

De meeste leden van de spechtenstam zijn sedentair, maar de draaihals is een lange-afstandstrekker, die in de winter de subtropen bereikt. Zijn broedgebied strekt zich uit van de mediterrane breedtegraden naar het noorden en oosten tot Lapland en Rusland. In Portugal is hij daarom vooral een zomergast en een wijdverspreide broedvogel, hoewel hij nergens algemeen is. Hij geeft de voorkeur aan open gemengde bossen, maar wordt ook aangetrokken door boom- en olijfgaarden. De meeste paartjes nestelen in holtes in bomen, vaak die gemaakt zijn door andere spechten. Waar deze schaars zijn, worden soms holtes in verlaten gebouwen of nestkastjes gebruikt.

Wryneck (Jynx torquilla)

De laatste jaren overwinteren er meer in het zuiden van Iberia, waaronder de Algarve, waarschijnlijk als gevolg van de beschikbaarheid het hele jaar door van de geïntroduceerde Argentijnse vuurmier. In dit seizoen, en op trek, kunnen ze ook voorkomen in laag struikgewas, vaak in de buurt van zoet water. Het viel me op dat ze in Griekenland overal voorkwamen waar tamarisken groeiden.

Hoewel ze goed gecamoufleerd zijn door hun prachtig gestreepte verenkleed in bruin en grijs, is de aanwezigheid van draaihalzen vrij gemakkelijk waar te nemen door de luide roep - een nogal klagerig "kwee - kwee - kwee -kwee- kwee", meestal in een traag tempo.

In de meeste gebieden lijken de draaihals-populaties tamelijk stabiel te zijn. Jammer genoeg was dit niet het geval in het zuiden van Groot-Brittannië, waar de soort in de jaren 1970 ophield met broeden. Vreemd genoeg waren er rond diezelfde tijd de eerste broedrecords in de Schotse Hooglanden, mogelijk doordat vogels uit Scandinavië door de oostenwind in het voorjaar per ongeluk werden omgeleid over de Noordzee.

De draaihals heeft slechts één naaste verwant - de nog aantrekkelijker roodkeeldraaihals, die alleen in Oost-Afrika voorkomt. Ik had het geluk dit juweeltje te zien in de hooglanden van Ethiopië.

Alan Vittery