In totaal heeft de bankinstelling 10.836 valse bankbiljetten in beslag genomen, waarvan de meeste biljetten van 20 euro waren.

Vorig jaar werden er 1.192 minder bankbiljetten in beslag genomen dan het totaal voor 2020, dat op 12.028 was vastgesteld. De biljetten van 20 euro maakten 4.324 van alle inbeslagnamen uit, vóór de biljetten van 10 euro (3.347) en de biljetten van 50 euro (1.672).

Ook werden 830 valse bankbiljetten van 5 euro, 474 bankbiljetten van 100 euro, 71 bankbiljetten van 200 euro en ten slotte 118 bankbiljetten van 500 euro in beslag genomen. Alleen de inbeslagneming van bankbiljetten van 20 en 50 euro liet in 2021 een daling zien ten opzichte van 2020.

"Vervalsingen die in 2021 in beslag werden genomen, konden gemakkelijk worden geïdentificeerd, zonder gebruik te maken van hulpinstrumenten, door gewoon het bankbiljet aan te raken, te observeren en te kantelen om de respectieve beveiligingselementen te detecteren", stelt het BdP.

De financiële instelling waarschuwt er ook voor dat het belangrijk is biljetten altijd te controleren wanneer je ze ontvangt: "Een vals bankbiljet wordt niet terugbetaald, wat een verlies betekent voor degene die het aanvaardt".

Wereldwijd heeft volgens de Europese Centrale Bank (ECB) het aantal valse eurobiljetten dat in 2021 uit omloop is genomen een historisch laag niveau bereikt in vergelijking met de bankbiljetten in omloop, met ongeveer 347.000 in beslag genomen valse eurobiljetten, een daling van 24,5% ten opzichte van 2020.