De plaatselijke chef-kok João Marreiros van restaurant Loki in Portimão is een beetje een tovenaar, zowel in de keuken als op het platteland, waar hij regelmatig een beetje van dit en een beetje van dat gaat plukken en dan zijn menu aanvult met wat hij heeft gevonden. Hij schrijft elke maand in The Portugal News om ons leken een paar geheimen te vertellen over wat er groeit en hoe het kan worden gebruikt.

Zoals altijd is dit geen advies over hoe je ze zelf moet plukken, want om fouten te voorkomen moet je dit natuurlijk alleen doen in het gezelschap van iemand die echt kennis van zaken heeft, maar het is toch interessant om een beetje inzicht te krijgen in het ongelooflijke eetbare koninkrijk van de fourageerders.

Sterker nog, door het te vragen aan mensen die er echt verstand van hebben, is João zelf zo veel te weten gekomen. Boeken en het internet zijn een prachtige bron, ja - maar er gaat niets boven het vragen aan iemand met ervaring. João groeide op in Monchique, waar hij niet zomaar in het wilde weg begon met het plukken van de lokale flora, maar eerst veel tijd besteedde aan het uitpluizen van de kennis van zijn hele familie, vrienden en buren over wat wat was.

Je leert altijd bij en deze maand lijkt het erop dat João deze nieuwe plant zelf pas heeft ontdekt door een praatje te maken met zijn buurvrouw Dona Cândida. Maar ik laat hem jullie er alles over vertellen...

Beta marítima l

Ook bekend als "acelga brava" in het Portugees of zeebiet in het Nederlands.

Bij de ingang van restaurant Loki passeerde mij (João) een dame van een zekere leeftijd met een tak in haar hand. Omdat ze een warme glimlach op haar gezicht had en een warmte, sympathie en wijsheid leek uit te stralen die alleen de tijd kan boetseren, besloot ik haar te benaderen en we hadden het volgende gesprek:

(João) Goedenavond buurvrouw, hoe gaat het met u? Sorry voor de vraag, maar wat heb je in je hand?!

(Dona Cândida) - Ik heb wat zeebiet, natuurlijk!

(João) En wat ga je ermee doen?

(Dona Cândida) Ik ga er soep van maken.

Uit dit gesprekje leerde ik dat het in Portimão al generaties lang gebruikelijk is om deze plant in de keuken te gebruiken. De ouders van Dona Cândida gebruikten het voor allerlei dingen, van soepen en salades tot "guarnição do bacalhau" (kabeljauwgarnituur).

Habitat: niet gecultiveerd land en bij voorkeur kustgebieden.

Verspreiding: West- en Zuid-Europa, Kaukasus, Zuidwest- en Zuid-Azië en Noord-Afrika.

Gebruikte delen : bladeren

Voedingsmiddel: salades, soepen en als warme garnering.

Medicinaal gebruik: wordt gebruikt bij spijsverteringsstoornissen en bij de behandeling van bloedarmoede.