De stijging van de prijzen voor energieproducten (+39,7%) was de factor die het meest heeft bijgedragen tot de versnelling van het inflatiecijfer in de regio. Toch was de stijging op jaarbasis lager dan in juni (42%).

Met 9,4% had Portugal de op zeven na kleinste prijsstijging in de eurozone, hoewel deze boven het gemiddelde voor de eenheidsmunt lag.

Estland, Letland en Litouwen kenden een prijsstijging van meer dan 20% ten opzichte van dezelfde maand in 2021. De drie landen delen een grens met Rusland, waarvan zij afhankelijk zijn voor de levering van gas.

Van de grootste landen met een eenheidsmunt noteerde alleen Spanje een grotere prijsstijging (10,8%) dan Portugal. Frankrijk, Italië en Duitsland kenden minder uitgesproken stijgingen.

Wat de kettingvariatie betreft, waren Griekenland, Luxemburg, Italië, België en Spanje de vijf landen waar de prijzen tussen juni en juli zijn gedaald.

De gegevens van Eurostat zullen op 18 augustus worden bevestigd.