Volgens een rapport van DN zijn de door de regering aangekondigde en in het kader van het sociaal overleg overeengekomen loonsverhogingen "niet voldoende" vanuit het oogpunt van de Portugezen. Deze ontevredenheid is wijdverspreid, van het minimumloon tot de stijging van de lonen in de overheidsdienst en in de privé-sector. Dat zijn de conclusies van de peiling die Aximage voor DN, TSF en JN heeft uitgevoerd. De respondenten vinden ook dat de steun van drie miljard euro om de energiekosten te verlichten onvoldoende is.

In beide gevallen zijn de meningen transversaal voor alle leeftijdsgroepen (vanaf de meerderjarigheid) en verzamelen ze aanhangers van alle partijen, ook diegenen die bij de laatste parlementsverkiezingen op de Socialistische Partij gestemd hebben.

Met betrekking tot de inkomensovereenkomst, die tussen de regering, de sociale partners en de particuliere sector is gesloten, garanderen de meeste respondenten (65%) dat zij reeds kennis hebben genomen van de in het document vervatte maatregelen. Zij zijn echter niet tevreden over de overeengekomen bedragen voor de geleidelijke verhoging van het minimumloon, dat volgend jaar tot 760 euro en in 2026 tot 900 euro zal stijgen. Meer dan de helft van de ondervraagden vindt de bedragen "niet voldoende", terwijl 28% het "voldoende" vindt en 6% geen mening heeft.

Particuliere sector

Ook de nominale stijging van de lonen in de particuliere sector wordt als onvoldoende beschouwd. Het inkomensakkoord voorziet gemiddeld een stijging van 4,8% tussen 2023 en 2026. Voor 67% van de respondenten schieten de maatregelen tekort. Slechts 24% zegt dat het "voldoende" zal zijn.

Het sentiment is vergelijkbaar met het inkomensakkoord voor de publieke sector, dat voorziet in een salarisverhoging tussen 2% en 8%. Ongeveer 65% zegt dat het onvoldoende is en 43% heeft geen mening over welke entiteit de belangen van de ambtenaren het best verdedigt. De rest is verdeeld: 32% staat aan de kant van de vakbonden die verbonden zijn met de UGT, die het akkoord heeft ondertekend (53% is ouder dan 65 jaar), en 25% is het eens met de CGTP, die het document heeft verworpen (31% is tussen 50 en 64 jaar oud).