"We hebben enige verwachtingen van de resultaten van deze internationale bijeenkomst, met name van wat deze kan opleveren voor Portugal [...], met een zeer relevante rol die de discussie hier zal hebben voor onze ultraperifere regio's," vertelde Maria do Céu Antunes aan Lusa News Agency tijdens de openingszitting van de vergadering van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT), in Loulé, Algarve.

De vergadering, die tot 21 november duurt, wordt bijgewoond door de 52 "overeenkomstsluitende partijen" (landen en internationale organisaties), met als doel "de beste consensus te bereiken bij de vaststelling van regelgevende maatregelen, en aldus adequate resultaten te bereiken voor een duurzaam beheer, op ecologisch, economisch en sociaal niveau, van de bestanden die door deze regionale organisatie voor visserijbeheer worden gereguleerd, namelijk de grote migrerende soorten", aldus een nota van het ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening die aan de pers is toegezonden.

"Aquacultuur heeft een zeer belangrijke uitstraling in ons land, waardoor het volkomen logisch is dat we deze 52 deelnemers hierheen halen om over deze zaken na te denken", aldus de minister van Landbouw en Voeding, die er ook aan herinnerde dat "Portugal wordt vertegenwoordigd door de Europese Commissie", een instelling die namens de 27 lidstaten van de Europese Unie zal onderhandelen.

Maria do Céu Antunes hoopt dat de resultaten van de bijeenkomst kunnen bijdragen "aan de doelstellingen van de verenigde naties en aan de ambitie van Portugal en de Europese Commissie om een duurzame visserij te hebben, die visserijgemeenschappen aanmoedigt en de verwerking en binnenlandse en buitenlandse handel stimuleert."


De Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen zal zich voornamelijk bezighouden met maatregelen ter regulering van grootoogtonijn, blauwvintonijn en Noord-Atlantische zwaardvis, soorten die volgens de verantwoordelijke minister "zeer belangrijk zijn, met name voor de ultraperifere gebieden" van Madeira en de Azoren.

Volgens de Portugese minister van Visserij "kan het globale quotum (van alle landen) voor grootoogtonijn stijgen", dat momenteel 62.500 ton bedraagt en waar over een verhoging tot 75.000 ton wordt besproken: "We zullen allemaal tevreden zijn als we 70.000 ton halen", aldus de minister.

Met betrekking tot blauwvintonijn zal "een nieuwe beheersregel worden besproken die rekening houdt met een grotere stabiliteit, met name op lange termijn" en kan het quotum, dat momenteel 36.000 ton bedraagt, worden verhoogd tot 40.000 ton.

De zwaardvis in de Noord-Atlantische Oceaan is "stabieler" en volgens wetenschappelijke studies moet het quotum op de huidige 13.200 ton blijven, terwijl Portugal volgens gegevens van Maria do Céu Antunes ongeveer 1.162 ton heeft.


In oktober verdedigde Portugal tijdens de Raad Landbouw en Visserij van de Europese Unie, die plaatsvond in Luxemburg, maatregelen om de vangst van grootoogtonijn, blauwvintonijn en Noord-Atlantische zwaardvis te verhogen.


De Europese Unie stelt voor de meeste commerciële vissoorten jaarlijkse vangstbeperkingen vast, die ook wel "totaal toegestane vangsten" (TAC's) of vangstmogelijkheden worden genoemd. Elke TAC wordt aan de lidstaten toegewezen door middel van nationale quota, en elke lidstaat moet ervoor zorgen dat zijn quota niet worden overschreden.