In 2021 zag 66,5 procent van de Europese burgers hun netto-inkomen relatief stabiel blijven ten opzichte van 2020, 17,5 procent zag zijn salaris stijgen, terwijl 16 procent zijn nettosalaris zag krimpen, zo blijkt uit gegevens van Eurostat.

In alle lidstaten behield meer dan de helft van de bevolking vorig jaar zijn inkomen, met percentages variërend van 50,7 procent in Cyprus tot 84 procent in Italië.

Wat Portugal betreft, ligt het in lijn met het Europese gemiddelde: 61,8 procent van de Portugezen heeft in 2021 zijn inkomen behouden ten opzichte van 2020, terwijl 20,3 procent zijn netto-inkomen zag stijgen en 18 procent een inkomensdaling noteerde.

Van de lidstaten was Tsjechië het EU-land met het hoogste percentage burgers dat een salarisverhoging meldde (34,8%), gevolgd door Zweden (32,3%) en Roemenië en Slovenië (beide met 27%). Aan de andere kant staan Italië (4,9%), Griekenland (6,9%) en Spanje (10,4%).

Cyprus was het EU-land met het hoogste percentage burgers dat in het verleden een loondaling ten opzichte van 2020 registreerde (27,6%), gevolgd door Griekenland (26,3%) en Letland (24,4%). Aan de andere kant staat Roemenië (slechts 5,4% van de burgers heeft zijn salaris zien dalen), gevolgd door België (9,4%) en Italië (11,1%).