Volgens een bericht van ECO heeft de rechtbank van het district Lissabon, in het kader van een door passagiers aangespannen procedure, besloten dat passagiers die hun vlucht vertraagd of geannuleerd zagen tijdens de pandemie, recht kunnen hebben op de in EG-verordening 261/2004 bedoelde compensatie. Dit betekent dat meer dan 200 000 passagiers in aanmerking kunnen komen voor compensatie.

Uit recente uitspraken van het Hof van Lissabon blijkt dat passagiers van wie de luchtvaartmaatschappijen hun vlucht hebben geannuleerd als gevolg van een verminderde vraag naar reizen, veroorzaakt door reisangst of inreisvereisten in verschillende landen (zoals vaccinatie, het ondergaan van negatieve tests of het voldoen aan quarantaine), recht hebben op compensatie.

Volgens Pedro Miguel Madaleno, advocaat gespecialiseerd in passagiersrecht en vertegenwoordiger van AirHelp in Portugal, "begrijpen de rechters dat dergelijke annuleringen geen recht op compensatie geven wanneer er sprake is van een daadwerkelijk verbod door de overheid voor de vlucht of voor het verkeer van personen dat het daadwerkelijk uitvoeren van de vlucht zou verhinderen om redenen van gehoorzaamheid aan de autoriteiten; in verschillende gevallen hebben de maatschappijen zich echter beroepen op "beperkingen in verband met de Covid-19-pandemie", en is later aangetoond dat er op de datum van de betrokken vlucht geen beperking of restrictie op de luchtactiviteit bestond, waarbij circulatie mogelijk was."

Het Hof van Lissabon concludeert dat de luchtvaartmaatschappij niet gedwongen was de vlucht te annuleren wegens omstandigheden waarop zij geen invloed had, maar dat de uitvoering ervan uit economisch oogpunt niet haalbaar bleek wegens de geringe vraag naar vluchten als gevolg van de pandemie. Volgens het Hof vormt de daling van de vraag naar vluchten een economisch en financieel risico dat inherent is aan de uitoefening van elke commerciële activiteit met winstoogmerk.

"Inherent risico"

"Er zijn verschillende situaties die aan de oorsprong kunnen liggen van de daling van de vraag naar vluchten, of het nu gaat om gezondheid of om vliegrampen of andere, en al deze situaties maken deel uit van het inherente risico van elke commerciële activiteit die door een commerciële onderneming wordt uitgeoefend, zoals het geval is bij luchtvaartmaatschappijen", aldus Pedro Miguel Madaleno.

Anderzijds is het Hof van Lissabon ook van mening dat vertragingen van vluchten ten gevolge van controleprocedures en veiligheidsmaatregelen die tijdens de Covid-19-pandemie zijn uitgevoerd om het virus in te dammen, het recht op schadevergoeding waarin voornoemde verordening voorziet, niet opheffen.

"De rechters hebben begrepen dat het, in het geval van vluchten die midden in een pandemie plaatsvinden, aan de luchtvaartmaatschappijen was om nieuwe procedures vast te stellen die geschikt zijn om de vliegtuigen te reinigen en te ontsmetten, namelijk het verhogen van de rotatietijden, het meer uit elkaar plaatsen van de aankomsten van een vlucht en het vertrek van de volgende vlucht (met hetzelfde vliegtuig), wat velen niet hebben gedaan", concludeerde de advocaat.

Volgens gegevens verzameld door AirHelp, een wereldorganisatie gespecialiseerd in de verdediging van de rechten van luchtreizigers, werden tijdens deze periode van de pandemie 163.000 vluchten met vertrek uit Portugal geregistreerd, wat neerkomt op ongeveer 17 miljoen luchtreizigers.

In deze periode werden meer dan 2.000 vluchten geannuleerd en hadden meer dan 20.000 vluchten vertraging. Meer dan twee miljoen passagiers werden dus rechtstreeks getroffen en 213.000 komen in aanmerking voor compensatie. De gemiddelde compensatie bedraagt ongeveer 400 euro per passagier.