Hoewel het nog steeds om meer dan een kwart van de volwassen bevolking gaat, vertoont dit cijfer positieve tekenen van herstel: 1,5 procentpunt (procentpunt) minder dan in 2023 en 10,6 procentpunt minder dan in 2014.
De realiteit is echter heel ongelijk verdeeld over de EU-landen. Roemenië voert de lijst aan van landen met de meeste burgers die zich geen vakantie kunnen veroorloven, met 58,6% van de bevolking in deze situatie. Griekenland (46,0%), Bulgarije (41,4%), Hongarije (39,3%) en Portugal (35,2%) volgen, waar economische problemen de jaarlijkse vakanties van de inwoners blijven beïnvloeden.

Aan de andere kant van de schaal hebben landen als Luxemburg (8,9%), Zweden (11,6%) en Nederland (13,0%) aanzienlijk lagere percentages, waaruit blijkt dat gezinnen zich een weekje weg van huis beter kunnen veroorloven.
Deze gegevens weerspiegelen de verschillen in koopkracht en kosten van levensonderhoud tussen de lidstaten, evenals de impact van een doeltreffender sociaal en arbeidsbeleid in bepaalde landen.