Het is een wijdverspreide zomergast in Iberia, die zich voortplant in open bosgebieden in heel Portugal, behalve in het noordwesten en het uiterste zuidwesten. Enkele vogels overwinteren in de Algarve en de Taag en de Sado, maar de meeste keren terug naar Afrika in de herfst. Satellietvolgsystemen hebben aangetoond dat alle Iberische vogels naar West-Afrika gaan, van Mauretanië tot Nigeria.

Zoals de meeste grote roofvogels die afhankelijk zijn van thermiek om hoogte te winnen, zijn dwergarenden wars van lange zeeoversteken. Hun migratie leidt tot grote concentraties aan de belangrijkste oversteekplaats, de Straat van Gibraltar, maar er komen ook aantallen samen in het gebied van Kaap St. Vincent voordat ze het landseinde verlaten en teruggaan naar het oosten. In september/oktober zijn vluchten van dertig of veertig vogels niet ongebruikelijk. De terugweg in het voorjaar is minder duidelijk, maar ik heb eind maart van dit jaar wel een vlucht van bijna dertig stuks gezien bij Burgau, die waarschijnlijk de directe oversteek vanuit Marokko had gemaakt.

Verwarrend genoeg komt de Dwergarend in twee kleurvormen. De gewone bleke vorm (op de foto) is een van de gemakkelijkste grote roofvogels om te identificeren, met zijn unieke zwart-witte ondervleugelpatroon. De uniforme bruine donkere kleurvorm is lastiger en kan worden verward met Zwarte Wouw, Honingbuizerd, Bruine Kiekendief of een jonge Bonelli's Adelaar. Bekendheid met de vleugelvorm, staartlengte en vliegmodi helpt!

Duiven zijn een favoriete prooi van Dwergarend, die een snelle en behendige jager is. In steden en dorpen kunnen ze zelfs van daken worden geplukt. Zoogdieren tot de grootte van konijnen worden ook meegenomen, evenals grote hagedissen. Hun veelzijdigheid is de basis voor hun succes in een concurrerende en veranderende omgeving. De Iberische populaties zijn toegenomen, tot misschien wel zo'n duizend paren in Portugal. De opwarming van de aarde kan mede verantwoordelijk zijn voor de recente uitbreiding van het verspreidingsgebied in het noorden.
De soort is de meest vocale van de adelaars in het broedseizoen. Een schrille maar melodieuze 'kli-kli-kli' is de meest gebruikte roep, maar verschillende 'variaties op een thema' worden geleverd tijdens uitgebreide sky-dance zangvluchten. Hun nesten zitten bijna altijd hoog in een boom en worden vaak hergebruikt in opeenvolgende jaren. De nesten worden agressief verdedigd tegen indringers.

Alan Vittery