"Het is onze bedoeling om volgend jaar de dialoog over de verhoging van het minimumloon voort te zetten, en voor er een aanzienlijke verhoging te pleiten", aldus de minister in een interview dat door RTP3 is uitgezonden.

João Leão benadrukte dat "er sectoren zijn die zwaar getroffen zijn door de crisis van de Covid-19 pandemie en dat er "veel werknemers" zijn die het minimumloon, momenteel €635, verdienen, maar de regering is van mening dat "er ruimte moet zijn" om het minimumloon te verhogen.

Op de vraag of de verhoging in 2021 op het niveau van wat dit jaar is toegepast, van €35, zou kunnen liggen, benadrukte de minister echter dat "de wereld is veranderd" met de pandemie en dat het daarom noodzakelijk zal zijn om de situatie van de bedrijven te beoordelen.

Wat betreft de salarissen van het openbaar bestuur zei João Leão dat er in 2021 een stijging van meer dan 2 procent in de salarissen zou zijn als gevolg van de progressie en het herstel van de diensttijd van docenten en speciale carrières.

Over de ontwikkeling van de economie oordeelde João Leão dat er in het derde kwartaal "tekenen van herstel waren" boven de verwachtingen, maar benadrukte dat met betrekking tot het werkloosheidsniveau "het ergste nog niet voorbij is", waarbij hij schat dat het werkloosheidscijfer dit jaar dicht bij "9 of 10 procent" zal liggen, en dat de schattingen voor 2021 nog "onzeker" zijn.

Leão zei dat, met name in juli en augustus, er een herstel "iets boven verwachting" was geweest, en voegde eraan toe dat de inkomsten van de IRS in augustus, na scherpe dalingen in de voorgaande maanden, met 7 procent op jaarbasis waren gestegen.

Ondanks positieve signalen in het derde kwartaal gaf de minister toe dat het mogelijk was "dat het vierde kwartaal niet zo goed zal zijn" als de regering had voorspeld.

Rekening houdend met de uitgaven en inkomsten handhaaft de regering haar prognose dat het begrotingstekort dit jaar op 7 procent zal blijven.

Gevraagd naar de onderhandelingen in het parlement over de voorgestelde staatsbegroting voor 2021, zei de minister dat "het vrij goed gaat", in de overtuiging dat het begrotingsvoorstel in het parlement zou worden goedgekeurd "met dezelfde soort steun als in de voorgaande vijf jaar".