Sinds 2010, toen de index - een initiatief van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE), een EU-agentschap dat in Vilnius (Litouwen) is gevestigd - werd gepubliceerd, is Portugal vier posities in de tabel geklommen, momenteel zijn Zweden, Denemarken en Frankrijk aan de leiding.

De hoogste niveaus van ongelijkheid worden vooral gevoeld binnen het gezin, waar huishoudelijke taken nog steeds vooral aan vrouwen worden toegeschreven, zoals gezinshulp, waarbij vrouwen soms gedwongen worden om werk te missen.

Wat betreft de machtstructuur is Portugal een van de zes landen met een wetgeving inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen in bedrijven, maar deze ligt nog steeds onder het streefcijfer. In 2017 heeft Portugal quota voor vrouwen in overheidsbedrijven vastgesteld en in een jaar tijd is de vertegenwoordiging van vrouwen in raden van bestuur en toezichthoudende organen gestegen van 16,2 procent naar 24,8 procent.

"De politiek zal een impact hebben. Het beleid van gelijkheid in het bedrijfsleven heeft een impact gehad op economische beslissingen", zei de Litouwse Jolanta Reingarde, onderzoeker en projectcoördinator bij EIGE, in een interview met Lusa News Agency.

Frankrijk is het enige land in de EU dat meer dan 40 procent vrouwen in de raad van bestuur van bedrijven heeft. In België, Denemarken, Duitsland, Italië, Nederland, Finland en Zweden is dat ongeveer een derde.