In een verklaring waarin dit noodplan wordt geëvalueerd, zegt SEF dat zij sinds de inwerkingtreding ervan op 4 juni ongeveer 3.500.000 passagiers en 9.500 vluchten hebben verwerkt, met als doel "de controlecapaciteit aan de externe luchtgrens van de Unie te versterken".

Volgens de SEF zijn in de betrokken periode "bevredigende resultaten geboekt bij de verwerking van passagiers, waarbij vrijwel geen noemenswaardige beperkingen zijn opgetreden bij de grenscontrole aan de ingang en uitgang van het land", ondanks het "grote aantal vluchten en het volume van de passagiers".

Het noodplan - dat gebaseerd is op de versterking van de personele middelen die aan de luchthavens zijn toegewezen en op nieuwe technologische en operationele oplossingen - "heeft het mogelijk gemaakt de elektronische grenscontrole (E-gates) uit te breiden tot onderdanen van derde landen met een sterke toeristische uitstraling die geen migratie- of veiligheidsrisico vormen (Verenigde Staten van Amerika en Canada), waardoor in de afgelopen 60 dagen ongeveer 106.000 passagiers van deze nationaliteiten op de vijf nationale luchthavens konden worden verwerkt".