De studie, die werd uitgevoerd tijdens de eerste twee golven van de ziekte in Denemarken, bevestigde dat slechts een klein percentage (0,65 procent) van de personen een positieve PCR-test had in beide golven van de ziekte, terwijl het aantal personen dat positief testte na eerst een negatieve test te hebben gehad, steeg tot 3,27 procent.

Volgens de onderzoekers komen deze cijfers neer op een bescherming van 80 procent tegen herinfectie bij mensen die de ziekte in de afgelopen zes maanden hebben opgelopen, maar bij de geteste 65-plussers bedraagt de bescherming slechts 47 procent, wat erop wijst dat zij vatbaarder zijn voor herinfectie met Covid-19.

De auteurs van de studie vonden geen bewijs dat de bescherming tegen herinfectie afnam binnen de follow-up periode van zes maanden.

De bevindingen van de studie, zo staat in het onderzoeksartikel dat in The Lancet is gepubliceerd, onderstrepen het belang van maatregelen om ouderen tijdens de pandemie te beschermen, zoals sociale afstand en prioritaire toegang tot vaccins, en suggereren dat mensen die het Covid-19 coronavirus al hebben opgelopen, vooral oudere mensen, ook moeten worden gevaccineerd.

Andere recente studies hebben aangetoond dat herinfecties zeldzaam zijn en dat immuniteit voor Covid-19 ten minste zes maanden kan duren, maar de mate van bescherming die het oplopen van de ziekte biedt tegen toekomstige herinfecties blijft slecht begrepen door onderzoekers, aldus de publicatie.

"De resultaten benadrukken hoe belangrijk het is dat mensen zich houden aan de maatregelen om zichzelf en anderen veilig te houden, zelfs als ze al Covid-19 hebben gehad. Onze bevindingen kunnen ook bredere vaccinatiestrategieën en de versoepeling van opsluitingsmaatregelen ondersteunen," zei een van de auteurs van de studie, Steen Ethelberg van het Statens Serum Institut.

De auteurs van de studie analyseerden gegevens die zijn verzameld als onderdeel van de nationale Covid-19-teststrategie van Denemarken, waarbij meer dan vier miljoen mensen, of twee derde van de bevolking (69 procent), in 2020 zijn getest.

De auteurs wijzen er echter op dat de periode waarin de studie werd uitgevoerd het niet mogelijk maakte de bescherming tegen herinfectie met nieuwe Covid-19-varianten in te schatten en dat verdere studies nodig zijn om te begrijpen hoe verschillende stammen de herinfectiepercentages kunnen beïnvloeden.

Een andere bij de studie betrokken onderzoekster, Daniela Michlmayr, benadrukte echter dat "niets erop wijst dat de bescherming tegen herinfectie binnen een periode van zes maanden afneemt".

"Van de relatief vergelijkbare coronavirussen SARS en MERS is aangetoond dat ze beide gedurende ten minste drie jaar immuunbescherming bieden tegen herinfectie, maar een analyse van Covid-19 continu in de tijd is nodig om hun langetermijneffecten op de kans op herinfectie te begrijpen," benadrukte de onderzoekster.

Onder de beperkingen van hun eigen studie, herinneren de auteurs eraan dat het niet mogelijk was om te beoordelen of de ernst van de Covid-19 symptomen een invloed heeft op de mate van bescherming tegen herinfectie, omdat gedetailleerde klinische gegevens alleen worden verzameld bij gehospitaliseerde patiënten.

In een commentaar gekoppeld aan de publicatie van deze studie, merken de professoren Rosemary J. Boyton en Daniel M. Altmann van het Imperial College London op dat "in vergelijking met meer formele gevallen van herinfectie" die herinfectie "een uiterst zeldzame gebeurtenis" doen lijken, de gepresenteerde gegevens "relatief alarmerend" zijn.

"Slechts 80 procent bescherming tegen herinfectie in het algemeen, afgenomen tot 47 procent bij mensen van 65 jaar en ouder, zijn verontrustender cijfers dan die welke in eerdere studies werden geboden. Ze bevestigen dat voor Covid-19 de hoop op groepsimmuniteit via natuurlijke infecties misschien niet binnen ons bereik ligt en dat een wereldwijd vaccinatieprogramma met zeer effectieve vaccins de meest duurzame oplossing is," concludeerden de onderzoekers.