"Zoals wij al zeiden, heeft Portugal op 1 juli, onmiddellijk na afloop van zijn voorzitterschap, de verklaring ondertekend van verschillende lidstaten [van de EU], op dit moment zijn dat er 19, waarin de wet die het Hongaarse parlement heeft goedgekeurd en die ons een discriminerende wet lijkt, wordt veroordeeld. Wat wij hebben gezegd, hebben wij gedaan", verklaarde de Portugese minister van Staat en Buitenlandse Zaken, Augusto Santos Silva.

De Portugese minister van Staat en Buitenlandse Zaken sprak op een gezamenlijke persconferentie met aartsbisschop Paul Gallagher, secretaris voor de betrekkingen met de staten van de Heilige Stoel, met wie hij in Lissabon een ontmoeting had om de bilaterale betrekkingen en de Europese en internationale agenda te analyseren.

Op 22 juni deelde de Portugese staatssecretaris voor Europese Zaken, Ana Paula Zacarias, mee dat Portugal een brief over LGBTQI-rechten in Hongarije, die toen door 13 lidstaten was ondertekend, aanvankelijk niet had ondertekend vanwege de "neutraliteitsplicht" die het als voorzitter van de Raad van de Europese Unie (EU) had.

De volgende dag heeft het Portugese ministerie van Buitenlandse Zaken in een nota laten weten dat de regering op 1 juli de verklaring zal ondertekenen waarin de door Hongarije opgelegde beperkingen van de seksuele rechten worden veroordeeld.

Diezelfde dag achtte Santos Silva de Hongaarse wet die tegen de rechten van LGBTQI's ingaat "onwaardig", maar herhaalde dat het Portugese voorzitterschap van de Raad van de EU de neutraliteitsplicht op zich moet nemen.

"Het fungerend voorzitterschap wordt niet geassocieerd met het innemen van standpunten door individuele landen of groepen van individuele landen. Niet omdat het een neutraliteitsplicht heeft in normatieve zaken, [maar omdat] het een neutraliteitsplicht heeft in institutionele zaken", verdedigde Santos Silva in het parlement.

De tekst, die op initiatief van België is opgesteld, is ondertekend door nog eens twaalf lidstaten: Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Spanje, Denemarken, Finland, Zweden, Estland, Letland en Litouwen.

Op 15 juni heeft Hongarije een wet goedgekeurd die het "promoten" van homoseksualiteit bij jongeren onder de 18 jaar verbiedt. Dit heeft tot verontwaardiging geleid bij mensenrechtenactivisten, terwijl de conservatieve regering van Viktor Orbán de beperkingen voor de LGBTQI-gemeenschap verscherpt.

De wet werd op 23 juni uitgevaardigd door de Hongaarse president János Áder, die verklaarde dat de nieuwe wetgeving geen enkele bepaling bevat die bepaalt hoe een meerderjarig persoon moet leven en dat ze het recht op eerbiediging van het privéleven niet schendt.

Áder, een van de oprichters van Fidesz, de partij van de regerende premier, de ultranationalist Viktor Orbán, verzekerde ook dat de wet de grondwettelijke rechten van volwassenen niet beperkt en de verplichtingen met betrekking tot de verdediging van personen onder de 18 jaar uitbreidt.