De goedgekeurde tekst vervangt het voorstel van de regering, met gunstige stemmen van de PSD, CDS-PP en Chega.

De visualisering en verwerking van gegevens door de veiligheidsdiensten via een analytisch beheerssysteem, de vastlegging van biometrische gegevens, het gebruik van camera's in "drones" en bij de bewaking van zeeën en rivieren door politieagenten zijn uit de nieuwe tekst weggelaten. Deze voorstellen stonden in het door de regering ingediende decreet.

De tekst regelt het gebruik van en de toegang tot videobewakingssystemen voor het vastleggen, opnemen en verwerken van beeld en geluid door veiligheidstroepen en -diensten en door de nationale autoriteit voor noodsituaties en civiele bescherming.

Volgens het document is voor het gebruik van "bodycams" "voor het opnemen van het individuele optreden van een lid van de veiligheidsdiensten bij een politieactie de toestemming vereist van het lid van de regering dat verantwoordelijk is voor de veiligheidsdienst".

In het voorstel staat dat de "bodycams" "zichtbaar, op het uniform of de uitrusting" moeten worden gedragen, en moeten voorzien zijn van tekens die hun doel aangeven, en dat het vastleggen en opnemen van beeld en geluid "alleen kan plaatsvinden in geval van interventie van de veiligheidstroepen, namelijk wanneer een strafbaar feit, een gevaarlijke situatie, een noodgeval of een verstoring van de openbare orde in het geding is, en het begin van de opname moet worden voorafgegaan door een duidelijk waarneembare waarschuwing, telkens wanneer de aard van de dienst en de omstandigheden zulks toelaten".

Het vastleggen en opnemen van beelden is verplicht wanneer geweld wordt gebruikt tegen een burger of wanneer dwangmiddelen worden gebruikt, met name vuurwapens, waarbij "het permanent of lukraak vastleggen van feiten die geen bewijskracht hebben" verboden is, aldus het voorstel.

De kenmerken en regels voor het gebruik van bodycam-camera's, alsmede de vorm van transmissie, opslag en toegang tot de verzamelde gegevens, zullen eveneens het voorwerp zijn van een door de minister van Binnenlandse Zaken goed te keuren wetsdecreet, in tegenstelling tot het regeringsvoorstel dat een verordening verdedigde.

Het voorstel voorziet ook in de plaatsing van videobewakingssystemen in politie-inrichtingen die het publiek bedienen.

Naast bodycams kunnen ook elementen van de PSP en de GNR gebruik gaan maken van videobewaking bij verkeerscontroles op snelwegen en bij zoek- en reddingsoperaties.

Het document voorziet ook in de installatie van een bewakings- en detectiesysteem voor plattelandsbranden door de nationale autoriteit voor noodsituaties en civiele bescherming.

In de door het parlement gevraagde adviezen heeft de nationale commissie voor gegevensbescherming (CNPD) gewaarschuwd voor de ongrondwettelijkheid van sommige regels in het regeringsvoorstel over het gebruik van videobewakingssystemen door de politie, omdat zij van mening is dat het een wettelijke regeling invoert die "zeer restrictief is voor de grondrechten".

Ook het Openbaar Ministerie en de Orde van advocaten maakten voorbehoud bij het voorstel, waarbij het parlementslid waarschuwde voor de mogelijkheid dat het als ongrondwettelijk zou worden beschouwd.