"Hoewel men begrijpt dat het brandgevaar groot is (...) zijn er werken die onder deze omstandigheden kunnen worden uitgevoerd en als zodanig leidt een dergelijk verbod tot de ontzegging van een fundamenteel recht, namelijk het recht om te werken", waarschuwt de ANEFA in een verklaring.

Bovendien verzekert de ANEFA dat er werken zijn die "zelfs door hun aard" bijdragen tot een "vermindering van de bestaande biomassa", waardoor het risico op brand wordt verminderd, in het geval van laad- en transportwerkzaamheden en die een "toezicht op de betrokken gebieden" mogelijk maken, waardoor elke criminele poging om de branden te verspreiden wordt voorkomen.

De vereniging erkent echter dat er werken zijn die "op bepaalde tijdstippen niet effectief mogen worden uitgevoerd" en zegt te weten dat "het niet gemakkelijk is toezicht te houden" op deze situatie, aangezien deze verschijnselen van klimatologische aard zich steeds vaker zullen voordoen.

Zij waarschuwen er echter voor dat "deze toename van de frequentie", rekening houdend met de huidige procedure, ook een "grotere moeilijkheid voor de bedrijven" met zich meebrengt om "deze situatie financieel te kunnen dragen".