Uit de gegevens voor juli bleek dat de inflatie op jaarbasis tot 9,1 procent was gestegen, waarmee de stijging van de vorige maand werd overtroffen, en men moest teruggaan tot november 1992 om een grotere variatie te vinden.

Uit de analyse van het indexcijfer van de consumptieprijzen dat door het INE wordt gemeten, blijkt dat van de 12 klassen van dienstverlenende produkten die in aanmerking worden genomen, vier prijswijzigingen met dubbele cijfers hebben geregistreerd in de vergelijking tussen juli en het begin van het jaar, namelijk levensmiddelen en niet-alcoholische dranken, huisvesting, water, elektriciteit en gas, vervoer, en restaurants en hotels.

In de vergelijking op jaarbasis, met juli 2021, is er naast deze genoemde categorieën producten en diensten nog één (woonaccessoires) met een dubbelcijferige stijging.

De prijsstijging is al voelbaar sinds vorig jaar, maar werd dit jaar nog versterkt door het begin van de oorlog in Oekraïne en de sterke stijging van de energieprijzen.

Volgens gegevens van het INE zijn de prijzen van voedingsmiddelen en niet-alcoholische dranken ten opzichte van het begin van het jaar met 14,0 procent en 11,47 procent op jaarbasis gestegen. Voor huisvesting, water, elektriciteit en gas bedraagt de stijging 17,7 procent ten opzichte van juli 2021 en 12,92 procent ten opzichte van het begin van het jaar.

De prijsstijging in deze productklasse wordt mede veroorzaakt door de schommelingen in de elektriciteitsprijzen (30,54 procent ten opzichte van januari) en de gasprijzen (23,54 procent).

In de categorie die restaurants en hotels omvat, wijzen de INE-gegevens op een stijging op jaarbasis van 14,65 procent en 13,08 procent ten opzichte van het begin van het jaar, die voornamelijk wordt verklaard door de accommodatiediensten, met een variatie van 61,21 procent (ten opzichte van januari), terwijl de dienstverlening van maaltijden in restaurants, cafés en dergelijke met 4,38 procent is gestegen.