Deel 2 : Het Verdrag van Windsor 1386

In 1353 hadden de kooplieden en zeelieden van de kosmopolitische haven van Lissabon een officieus verdrag gesloten met koning Eduard III van Engeland, waardoor de Portugese handel met Noord-Europese landen enorm toenam. Aan het eind van de regering van koning Pedro I (de Rechtvaardige) in 1367 meldt de kroniekschrijver Fernão Lopes dat er wel 450 handelsschepen in de monding van de Taag lagen en dat er 12.000 tonnen wijn per jaar passeerden. De douane-inkomsten waren enorm en werden deels gebruikt om een dankbare bevolking te bevoordelen, terwijl de rest naar de koninklijke schatkist in het fort van Lissabon ging, waar 800.000 goudstukken en 400.000 zilvermarken werden geërfd door de opvolger, koning Fernando I (de Onconstante).

Gedurende zijn regering van zestien jaar verkwistte Fernando I deze grote rijkdom door een reeks oorlogen, intriges en roekeloze avonturen die een vermindering van de handel veroorzaakten, de daaruit voortvloeiende inflatie en veel consternatie bij zijn onderdanen. Vanaf het begin was hij betrokken bij een reeks geschillen en geheime allianties met de monarchieën van Léon, Castilië en Aragon (allen verbonden door huwelijken en liaisons) die met elkaar in oorlog waren als ze niet vochten tegen de Moren aan hun zuidelijke grenzen.

De dubbelhartigheid van koning Fernando 1 bij het ondertekenen van bondgenootschapsverdragen met Castilië en Engeland in 1373 werd beloond met tien jaar chaos, waarin zijn onderdanen dicht bij een burgeroorlog kwamen. De handelsklasse verdedigde met hand en tand de voortzetting van de nationale onafhankelijkheid, terwijl het grootste deel van de adel en een deel van de koninklijke familie hun toekomst zagen in het verenigen van de kronen van Castilië en Portugal. De halfbroers van Fernando bijvoorbeeld, de zonen van zijn vaders verhouding met Înes de Castro, gingen in Castilië wonen, trouwden met Castiliaanse prinsessen en zetten een rivaliserende vorm van "regering in ballingschap" op. Bovendien, toen Fernando door ziekte zwakker werd, ging de controle over zijn koninkrijk over op zijn koningin Leonor (Teles de Menezes) en haar minnaar João Andeiro (de nieuwe graaf van Ourem) die even bedreven waren in het spelen van een dubbel spel.

In 1381 had Andeiro de voorwaarden van het verdrag van 1373 nieuw leven ingeblazen door de hertog van Cambridge uit te nodigen in Portugal te landen met 3.000 Engelse soldaten die ongetraind, onhandelbaar en onverzorgd bleken te zijn. Omdat ze niet betaald werden, vormden deze huurlingen rooftochten die steden aan beide zijden van de grens plunderden en zo de geterroriseerde burgers veel leed berokkenden en de verontwaardiging van de Portugese middenklasse, waarvan sommigen van Engelse afkomst waren, opwekten. Uiteindelijk werd dit rapaille tot bedaren gebracht en stond het met Portugese troepen tegenover het Castiliaanse leger in de buurt van Badajoz/Elvas, maar de strijd werd niet aangebonden omdat een geheime overeenkomst was gesloten waarbij Fernando's dochter Beatrix zou trouwen met de jongere zoon van koning Juan, die zou zorgen voor de evacuatie van de resterende troepen van de boze Cambridge in boten van de Castiliaanse marine. Toen koning Juan in maart 1383 weduwnaar werd, werd deze regeling vervangen door zijn besluit om de jonge Beatrix tot vrouw te nemen en dat hun eerste mannelijke nakomeling koning van de twee verenigde naties zou worden.

In de breuk die door dit moeras ontstond stapte Jan van Avis (1357-1433), die verdediger en koning zou worden voor een regering van 43 jaar. Hij was een van de vele buitenechtelijke kinderen van Pedro I en kreeg religieuze en culturele voogdij van de Galicische Grootmeester van de Orde van Christus. Toen hij hoorde van het plan van koning Juan van Castilië om zich van de troon van Portugal te verzekeren, leidde hij een opstand tegen het gezag van koningin Leonor en ging met de Meester van Santiago naar Engeland om troepen te verzamelen die samen met de troepen van de jeugdige Nun`Alvares Pereira in de Alentejo zouden vechten. Ondanks een kleine overwinning bij Atoleiros, konden de Castilianen door hun overmacht doordringen tot Lissabon, maar daar werden zij getroffen door de pest, die dagelijks enkele honderden soldaten doodde en koning Juan ertoe bracht al zijn troepen terug te trekken om in Sevilla te overwinteren. Dit stelde Jan van Avis in staat zijn positie te consolideren en op 6 april 1384 werd hij uitgeroepen tot Rei João I en stelde onmiddellijk aan de Engelse koning Richard II een nieuw en sterker bondgenootschap voor. Toen koning Juan hiervan hoorde, viel hij opnieuw Portugees grondgebied binnen, maar na kleine schermutselingen bij Trancoso en Porto de Mós werd hij bij de slag van Aljubarrota op 14 augustus 1385 zwaar verslagen.

Deze overwinning leidde onmiddellijk tot de bevestiging door John of Gaunt van zijn huwelijksaanspraak op de Castiliaanse troon en een voorstel om gezamenlijke Portugese en Engelse legers aan te vallen. Om dit te formaliseren werd in mei 1386 te Windsor een veel uitgebreider verdrag van Engels-Portugese alliantie gesloten, dat niet alleen van toepassing was op het grondgebied van de twee koninkrijken, maar ook op hun burgers, waar zij zich ook bevonden - op zee of op het land. João I stuurde een eskader van zes galjoenen ter ondersteuning van een blokkade van Franse zeehavens, terwijl Lancaster in Corunna aankwam met een aanvankelijke troepenmacht van 5.000 strijdkrachten, die een groter aantal Portugese troepen te Bragança ontmoetten. Maar de weerstand van de kastelen en steden van Léon was sterker dan verwacht en veldheer Nun`Alvares , die noch onder de indruk was van de capaciteiten van Lancaster noch van die van zijn troepen, werd gedwongen zich terug te trekken op veiliger terrein.

Daarop trok Jan van Gaunt zijn aanspraken op de monarchie van Castilië in, in ruil voor de betaling van een grote schadeloosstelling en een overeenkomst dat zijn dochter Catharina zou trouwen met de toekomstige koning Hendrik III. Vervolgens evacueerde hij zijn uitgedunde expeditieleger naar Bayonne in veertien galeien die werden geleverd door zijn schoonzoon koning João I, die het jaar daarvoor met zijn oudste dochter Phillipa was getrouwd. Hierdoor bleef koning João I in oorlog met Castilië zonder de hulp die hem was beloofd in het Verdrag van Windsor, dat hij niettemin bekrachtigde, terwijl Portugese oorlogsschepen bleven dienen ter verdediging van Engeland tot de Engels-Franse wapenstilstand die in 1389 werd overeengekomen. Jan van Gaunt speelde geen verdere rol in de schiereilandoorlogen, omdat hij tevreden was met het genieten van zijn grote pensioen en de inkomsten uit zijn vele landgoederen.

In deel 3 zullen wij de tegenstrijdigheden van de opeenvolgende Anglo-Portugese allianties tot in de moderne tijd bespreken.