In dezelfde periode - met vergelijkbare gegevens voor heel Europa - investeerde Portugal meer dan drie keer zoveel in wegen dan in spoorwegen: 23,4 miljard euro tegenover 7,7 miljard.
De NGO benadrukt ook dat, ondanks waarschuwingen over klimaatverandering en de gevolgen daarvan sinds 1990, de geanalyseerde Europese landen (EU, Noorwegen, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk) de focus van de investeringen op de uitbreiding van het wegennet (1,5 miljard euro) handhaafden, ten koste van de trein (930 miljard aan spoorwegen), een verschil van 66% tussen de twee opties.
Tussen 1995 en 2018 vertoonde Portugal de op twee na grootste groei, in absolute termen, van de lengte van snelwegen in Europa, na Spanje en Frankrijk.
Wat betreft de inkrimping van het spoorwegennet had Portugal de op twee na grootste, na Letland en Polen.
De NGO benadrukt dat sinds 1995 het aantal passagiers op Portugese treinen is gedaald en dat acht lijnen (in totaal 460 kilometer) zijn opgeheven, waardoor naar schatting 100 duizend mensen zijn getroffen.
Spoorwegpassen
Aan de positieve kant juicht Greenpeace de invoering van de nieuwe nationale treinpas toe, waarmee een passagier sinds 1 augustus voor 49 euro kan reizen op regionale treinen op het hele nationale grondgebied (niet van toepassing op interregionale en stedelijke treinen).
De milieuorganisatie dringt ook aan op de noodzaak om te investeren in verbindingen tussen Portugal en Spanje, namelijk Lissabon-Madrid, en herinnert zich dat er slechts één directe treinverbinding is tussen Porto en Vigo.