Voor velen lijkt het misschien slechts een van de vele nieuwtjes. Voor mij is het een duidelijk teken dat Portugal eindelijk de plaats inneemt die het verdient op de kaart van wereldwijde technologische innovatie.

De LUS-222, het eerste vliegtuig ontworpen en gebouwd op Portugese bodem, waarover ik in het verleden al eens een artikel heb geschreven, met civiele en militaire capaciteiten, vertegenwoordigt veel meer dan een eenvoudig industrieel project. Het vertegenwoordigt competentie, visie en vertrouwen in een land dat zo vaak gewend is klein te denken. Met de productie in Ponte de Sor en de betrokkenheid van tientallen entiteiten, zal dit vliegtuig binnenkort geëxporteerd kunnen worden en vliegen in het luchtruim van andere continenten.

Tegelijkertijd opent het ruimtelanceercentrum in Santa Maria, op de Azoren, een deur die een paar jaar geleden nog ondenkbaar leek: die van Portugal als Europees toegangspunt tot de ruimte. De eerste suborbitale vluchten staan al gepland voor 2026 en het is niet overdreven om te zeggen dat we getuige zijn van de geboorte van een nieuwe industrie in ons land.

Maar er is iets dat we niet mogen vergeten: de basis van alles is onderwijs. Het feit dat opleidingen zoals Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek tot de meest gewilde behoren en met opmerkelijk hoge gemiddelden, laat zien dat jonge Portugezen in deze toekomst geloven. Universiteiten zoals Técnico, Minho, Aveiro en Porto leiden talenten op die niet langer naar Toulouse, Hamburg of Seattle hoeven te emigreren. Ze kunnen hier, in Portugal, een uitmuntende carrière opbouwen.

Deze omgeving heeft giganten aangetrokken als Airbus, dat al een vestiging heeft in Santo Tirso, en Lufthansa, dat Portugal heeft gekozen voor een deel van zijn onderhoudsactiviteiten. Daarbij komen Embraer in Évora, dat al meer dan tien jaar in ons gebied investeert, en de succesvolle voorbeelden van bedrijven die hier zijn geboren, zoals Tekever, inmiddels een internationaal succesvolle Portugese Eenhoorn, en vooral internationaal erkend voor de ontwikkeling van civiele en militaire drones met een grote effectiviteit en reikwijdte.

Dit alles toont aan dat Portugal niet alleen talent heeft, maar ook de voorwaarden om investeringen vast te leggen en kennis te genereren. Het is een groeiend ecosysteem: industrie, universiteiten, laboratoria, startups en multinationals die zij aan zij werken.

Het is waar dat er veel uitdagingen zijn: we moeten blijven investeren in wetenschap, de beste ingenieurs behouden, voorwaarden scheppen voor bedrijven om te groeien en internationaliseren. Maar de route is uitgestippeld. En het is onmogelijk om niet opgewonden te raken als je denkt aan wat we over vijf, tien of twintig jaar kunnen bereiken.

Wanneer in 2028 de LUS-222 zijn eerste vlucht maakt, of wanneer in 2026 de Azoren het toneel worden voor ruimtelanceringen, zullen we niet alleen Portugese vliegtuigen en satellieten zien opstijgen. We zullen getuige zijn van de opkomst van een land en een generatie die in haar eigen toekomst gelooft.

En ik, als Portugees, zou niet trotser en hoopvoller kunnen zijn.