De uitvoerende macht heeft voorgesteld om deze wet te bespreken in het parlement op vrijdag 23 oktober, zei de bron van de regering.

De tekst, waartoe Lusa toegang had, voorziet in een systeem van boetes tussen 100 en 500 euro voor gevallen van niet-naleving van de wet.

Artikel 4 van de wet bepaalt dat "het verplicht is, in het kader van werk of soortgelijke, school- en academische context, om de Stayaway Covid applicatie te gebruiken als je in het bezit bent van apparatuur die het mogelijk maakt.

En het is vastgesteld dat deze verplichting "in het bijzonder betrekking heeft op werknemers in openbare functies, ambtenaren en agenten van het openbaar bestuur, met inbegrip van het bedrijfsleven van de staat, regionale en lokale, professionals van de strijdkrachten en de veiligheidsdiensten".

Een derde bepaling bepaalt dat een gebruiker met een bevestigd geval "zoals gedefinieerd door het directoraat-generaal Gezondheid (DGS)" de codes in de toepassing moet gebruiken.

In de toelichting stelt de uitvoerende macht dat het "essentieel is om een sanctieregeling in te stellen" om ervoor te zorgen dat de bevolking zich nauwgezet houdt aan de maatregelen die essentieel zijn om de infectie in te dammen", met betrekking tot de "verplichting om een masker te dragen en de mobiele applicatie te gebruiken".

"Het gebruik van een masker of vizier is verplicht voor mensen ouder dan 10 jaar voor toegang, wanneer in openbare ruimten en op straat wanneer de door de Nationale Gezondheidsautoriteit aanbevolen fysieke afstand onuitvoerbaar blijkt", luidt de tekst van het voorstel.

De wet voorziet in drie uitzonderingen op deze verplichting, in het geval van "personen met cognitieve handicaps, ontwikkelingsstoornissen en psychische stoornissen", die een medisch attest moeten hebben.

Er is ook een uitzondering voor personen met een "medische aandoening" die "niet in overeenstemming is met het dragen van een masker", hetgeen blijkt uit een medische verklaring.

De verplichting om een masker of vizier te dragen wordt ook opgeheven als "het niet in overeenstemming is met de aard van de activiteiten die personen uitvoeren", zonder te specificeren welke.

Volgens de tekst van het voorstel zijn "de Nationale Republikeinse Garde, de Openbare Veiligheidspolitie, de Zeepolitie en de gemeentepolitie verantwoordelijk voor het toezicht op de wet".

De boetes worden opgelegd op grond van wetsdecreet 28-B/2020 van 26 juni, dat "het systeem van administratieve overtredingen in het kader van rampenbestrijding, rampenbestrijding en alarmering" vastlegt en voorziet in boetes van 100 tot 500 euro.