"De Delta-variant (B.1.617.2) heeft een relatieve frequentie van 99,7% in de week van 30 augustus tot 5 september, en blijft dominant in alle regio's, volgens de gegevens die tot nu toe zijn verzameld", aldus het wekelijkse verslag over de genetische diversiteit van het nieuwe coronavirus door het Nationaal Instituut voor Gezondheid Dokter Ricardo Jorge (INSA).

Van de totale Delta-sequenties die reeds door INSA werden geanalyseerd, hadden er 66 een bijkomende mutatie in het `spike'-eiwit, een sublijn die bekend staat als 'Delta Plus' en die sinds juni "een relatieve frequentie onder 1% heeft behouden".

Wat de Gamma-variant betreft, werd, na drie weken zonder ontdekking van gevallen bij aselecte steekproeven, één geval ontdekt in de week van 30 augustus tot 5 september in de regio van Lissabon en Vale do Tejo, aldus het verslag, waarin ook wordt vermeld dat geen gevallen van de Beta-variant werden ontdekt.

Wat Alpha betreft, dat aanvankelijk in verband werd gebracht met het Verenigd Koninkrijk en dat in Portugal de overhand kreeg, zijn er in de afgelopen vier weken nog geen gevallen geregistreerd.

Deze vier varianten - Delta, Gamma, Beta en Alpha - zijn door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geclassificeerd als zorgwekkend (VOC - Variant of Concern), omdat zij meer overdraagbaar kunnen zijn, een ernstiger ziekte kunnen veroorzaken of kenmerken hebben die het mogelijk maken het immuunsysteem te omzeilen, waardoor vaccins mogelijk minder effectief zijn.

In het kader van de voortdurende monitoring van de genetische diversiteit van SARS-CoV-2 zijn sinds begin juni per week gemiddeld 552 gensequenties van het SARS-CoV-2-coronavirus geanalyseerd van monsters die willekeurig zijn verzameld in laboratoria in de 18 districten van het Portugese vasteland en de autonome regio's de Azoren en Madeira, waarbij gemiddeld 126 gemeenten per week zijn bestreken.

In juni kondigde het instituut een verscherping aan van het toezicht op de in Portugal circulerende varianten van het virus dat Covid-19 veroorzaakt, door middel van zijn voortdurende monitoring.

Volgens het INSA heeft deze strategie een betere genetische karakterisering van SARS-CoV-2 mogelijk gemaakt, aangezien de gegevens continu worden geanalyseerd en er geen langere tijdsintervallen tussen de analyses zijn, die hoofdzakelijk waren gewijd aan specifieke studies van genetische karakterisering op verzoek van de volksgezondheid.