Maar maak je geen zorgen, de regen zal zeker snel komen (tegen de tijd dat dit verhaal uit is, hebben we misschien onze eerste regenbui al gehad) en het groene tapijt zal snel zijn kop opsteken en het landschap weer kleuren. Kort daarna ongetwijfeld gevolgd door een enkele wilde en prachtige bloem. Dan hebben we de amandelbloesem in februari om naar uit te kijken en de piek van wat zou kunnen worden beschouwd als het bruisende "flower power" festival in de lente.

Maar op dit moment is het nog maar een kleine oogst. Behalve, zo merkte ik onlangs, van iets die, waarvan ik, laten we zeggen, me niet kan niet voorstellen dat hij bij iemand goed valt. Ikzelf heb er een zeer dubbelzinnige relatie mee. Je kunt immers moeilijk houden van iets dat je bij elke gelegenheid (en zelfs zonder de minste provocatie) klauwt en waarvan de op de grond gevallen stekels dwars door je pantoffels en in je voet terechtkomen (ik weet het, ik weet het... waarom draag ik pantoffels in de tuin?).

Ik heb het natuurlijk over de wilde asperges. Je hebt dit groene beest van een struik vast wel eens gezien of bent er zelfs pijnlijk mee in aanraking gekomen, al wist je misschien niet dat het asperges waren. Ik denk dat zelfs het ergste monster zijn goede kanten heeft (naast zijn vele, vele pijnlijke puntige punten) en in de lente, nadat het geregend heeft, kun je, als je snel bent en een scherp oog hebt (ik zie ze meestal niet), de nieuwe scheuten zien opkomen en, als je ze op tijd plukt, voorkom je niet alleen dat ze opgroeien om je later te prikken, maar ze zijn ook erg lekker bij je avondeten (hoewel het er een beetje 'bitter' aan toe gaat).

Maar terug naar het verhaal, en hoe ik een andere manier ontdekte waarop het, denk ik, niet zo erg is. Ik was laatst aan het wandelen (dit keer met laarzen aan) toen ik steeds van die heldere witte vlekken zag die in schril contrast stonden met de strokleurige grond overal eromheen.

Ontdaan van zijn gebruikelijke groene gebladerte, wist ik niet eens zeker wat het was toen ik dichterbij kwam. Maar kijk eens aan, deze uit zijn voegen barstende wildebras voorzag de dankbare honingbijen van de broodnodige nectar en had ook nog eens een heerlijke zoete geur.

Vergis je niet, hij was nog steeds woest, maar zijn skeletachtige witte uiterlijk en het feit dat hij blijkbaar afgesloten is van wat alle andere bloemen in deze tijd van het jaar doen, deden me denken dat hij een Ivoren Toren was.

Er hingen ook groene bessen aan die, naar ik aanneem, zullen dienen als voedsel voor de vogels en om een nieuwe generatie van deze bijzonder verderfelijke stekels voort te brengen.

Dus, daar gaan we. Ik denk niet dat ik het ooit zal kunnen opbrengen om te zeggen dat ik een fan ben. Maar ik moet het ze nageven, ze zien er mooi uit en ruiken erg lekker op het moment...