Volgens door Eurostat gepubliceerde gegevens is de eurozone op kwartaalbasis vertraagd tot 0,2% en op jaarbasis tot 2,1%. In beide gevallen behoort Portugal tot de snelst groeiende economieën, maar er zijn nog steeds slechts gegevens van tien landen.

Volgens een rapport van ECO waren de euro-economieën in het tweede kwartaal met 0,8% gegroeid, wat in de drie daaropvolgende maanden vertraagde tot 0,2%. Dit is de zwakste prestatie sinds het herstel van de Covid-19 pandemie in het tweede kwartaal van 2021 en de indicatoren lijken te wijzen op een verschuiving van een periode van expansie naar een periode van economische krimp in het vierde kwartaal. Deze prestatie kan gedeeltelijk worden verklaard door het feit dat de inflatiecijfers records blijven breken en de energieprijzen zeer hoge waarden blijven vertonen, ondanks de reeds genomen maatregelen op Europees niveau, waardoor de Europese Centrale Bank gedwongen wordt een beleid van renteverhoging te voeren, dat uiteindelijk een recessief effect op de economieën heeft.

In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar bedroeg de groei in het derde kwartaal 2,1%, tegen 4,3% drie maanden eerder, een prestatie die aan de verwachtingen van analisten voldeed.

Groei Portugal

Rekening houdend met de gegevens van de tien economieën waarover al informatie beschikbaar is, was Portugal het land dat op jaarbasis het meest groeide, met een ontwikkeling van 4,9% van het bbp, gevolgd door Spanje, dat met 3,8% groeide.

Maar wanneer de vergelijking wordt gemaakt in een keten, die een beter beeld geeft van het ritme van de prestaties van de economieën, is Zweden het land dat het meest is gegroeid (0,7%), gevolgd door Italië (0,5%) en Portugal en Litouwen, beide met een groei van 0,4%. Maar onder deze economieën zijn de trends verschillend: Stockholm stagneerde met 0,7%, Lissabon en Vilnius groeiden ten opzichte van het tweede kwartaal en Rome vertraagde ten opzichte van de voorgaande drie maanden.

Uit Eurostat-gegevens blijkt ook dat sommige economieën zich in het derde kwartaal al in negatief vaarwater bevinden. Dit is het geval in Letland, dat met 1,7% kromp na een nulgroei in het tweede kwartaal, in Oostenrijk, waar het bbp met 0,1% daalde, tegen een groei van 1,9% drie maanden eerder, en in België, dat eveneens met 0,1% kromp, na een groei van 0,5% in het tweede kwartaal.