In een verklaring gaf het ministerie aan dat de ingezette nationale strijdkrachten in 2023 naar verwachting 31 militaire missies zullen uitvoeren, hetgeen, zo benadrukte hij, een toename van 200 elementen betekent ten opzichte van "het aantal dat oorspronkelijk in het voorgaande jaar was voorzien".

In deze prognose zijn de rotaties die gewoonlijk om de zes maanden in de contingenten plaatsvinden, niet inbegrepen.

Het plan voor 2023 voorziet in een toename van de nationale deelname aan NAVO-missies en nieuwe missies in het kader van de Europese Unie en bilateraal.

In het kader van de NAVO-missies is capaciteitsopbouw voorzien in het kader van "afschrikkings- en geruststellingsmaatregelen aan de oostflank, in de context van de Russische agressie tegen Oekraïne".

In aanvulling op de gedetacheerde nationale troepenmacht die zich momenteel in Roemenië bevindt, wordt een toename van de middelen van de marine, de landmacht en de luchtmacht verwacht, aldus de verklaring.

Nog steeds in dit verband zullen de strijdkrachten de nieuwe missie van de Europese Unie voor militaire bijstand aan Oekraïne integreren, die "de Oekraïense strijdkrachten initiële, geavanceerde en gespecialiseerde opleiding zal verstrekken op het gebied van militaire instructie, deactivering van explosieven, nucleaire, biologische, chemische en radiologische, en medische bijstand in de strijd".

Het ministerie van Landsverdediging wees op twee nieuwe missies op bilateraal niveau, "opleiding van de strijdkrachten van bevriende landen", namelijk in Oost-Timor en São Tomé en Príncipe, na de "resultaten van de in Guinee-Bissau ontwikkelde missie".