Het voortreffelijke eten dat hij produceerde trok zoveel klanten dat Theodore's moeder, grootmoeder en tante konden stoppen met werken als prostituees; en het vrome christendom van de nieuwkomer bekeerde de jongen al snel.

Theodore werd op 18-jarige leeftijd tot priester gewijd en werd monnik tijdens een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Na zijn terugkeer installeerde hij zich als kluizenaar in de buurt van Sykeon, waar hij spectaculaire, zelfopgelegde boetedoeningen onderging, zoals vastgebonden en opgesloten worden in een kooi die wekenlang boven zijn grot in een rotswand hing. Zijn faam als genezer en wonderdoener was zo groot dat er veel volgelingen kwamen, voor wie hij een klooster bouwde.

Credits: PA; Auteur: PA;

Rond 590 werd hij gekozen tot bisschop van Anastasiopolis in Galatië, maar rond 600 trad hij af en werd hij opnieuw kluizenaar, dit keer in Acrena bij Heliopolis (nu Baalbek, Libanon). Daar verbleef hij, afgezien van een kort bezoek aan Constantinopel, tot zijn dood in ca. 613. Zijn wonderen waren talrijk en omvatten het genezen van de zoon van de keizer van elefantiasis, het afweren van plagen van sprinkhanen, kevers en muizen, en het verzoenen van ongelukkige getrouwde stellen - de reden voor zijn beschermheerschap. Het is ook bekend dat hij de cultus van Sint Joris bevorderde.