Volgens de resultaten van de proeffase van de 'EduMediaTest', een instrument dat vaardigheden en opleiding in media-educatie beoordeelt en dat in zeven Europese landen werd toegepast, staan de Portugezen op hetzelfde niveau als andere jongeren.

Naast Portugal, waar 2.636 jongeren tussen 14 en 18 jaar oud werden ondervraagd, werd de 'EduMediaTest' toegepast door entiteiten uit Catalonië (Spanje), Frankrijk, Ierland, Slowakije, Kroatië en Griekenland.

"De dimensie waarin de Portugese studenten, net als hun Europese collega's, vaardiger zijn, is Technologie, gevolgd door Esthetiek", aldus de regelgevende autoriteit voor de media (ERC) in een verklaring.

In de studie werd de mediageletterdheid van jongeren beoordeeld op basis van zes dimensies. Naast technologie, d.w.z. het vermogen om te werken met de technologische innovaties die multimediacommunicatie mogelijk maken, werden ook esthetiek, ontvangst, productie en verspreiding, taal en ideologie geëvalueerd.

De dimensie taal omvat het vermogen om relaties te leggen tussen teksten, om boodschappen te analyseren en te evalueren en om zich uit te drukken via verschillende systemen van voorstelling en betekenis.

"Jongeren vertonen (...) zwakkere niveaus met betrekking tot de dimensies die vragen om de interpretatie van informatie, het gebruik van taal, alsook met betrekking tot ideologie of kwesties die verband houden met het functioneren van de media als een bedrijf of met de regulering ervan", luidt de verklaring.

"De resultaten van de 8.699 jongeren die in alle landen zijn getest, bevestigen dat er moet worden geïnvesteerd in opleiding in verschillende mediageletterdheidsvaardigheden", aldus het verslag.

Als wordt gekeken naar de resultaten van meer dan tweeduizend Portugese leerlingen, van de 8e tot de 12e klas op 25 particuliere en openbare scholen in alle regio's van het land, scoren meisjes iets hoger dan jongens.

De gemiddelde score stijgt ook naar gelang van de leeftijd van de leerlingen.

Naast de resultaten van de "EduMediaTest", die medegefinancierd wordt door de Europese Commissie in het kader van het programma "Mediageletterdheid voor iedereen", vermeldt het verslag ook dat de overgrote meerderheid van de jongeren een mobiele telefoon met internettoegang en een eigen computer heeft, maar dat minder dan de helft thuis toegang heeft tot kranten, tijdschriften of boeken. Het academisch niveau van de moeder lijkt ook een positieve invloed te hebben op de prestaties van de leerlingen.

In de aanbevelingen, waarin de nadruk wordt gelegd op de noodzaak om de mediageletterdheid te versterken, wordt er in het verslag ook op gewezen dat scholen met de media moeten samenwerken om de vaardigheden en het begrip van de productie van media-inhoud te helpen verbeteren, en dat scholen ook ouders een opleiding op dit gebied moeten geven.